Translation of "Comfortable" in Dutch

- Tom's comfortable.
- Tom is comfortable.

Tom zit op zijn gemak.

It's comfortable.

Het is comfortabel.

Make yourself comfortable.

Maak het je gemakkelijk!

Tom seems comfortable.

Tom lijkt op zijn gemak te zijn.

Make yourselves comfortable.

- Ga lekker zitten.
- Maak het jullie gemakkelijk.
- Doe alsof jullie thuis zijn.

Please make yourself comfortable.

Maak het jezelf gemakkelijk.

Is your car comfortable?

Is je auto comfortabel?

But don't get too comfortable,

Maar voel je niet te gerust,

This chair is very comfortable.

Deze stoel is heel comfortabel.

I'm not comfortable doing this.

Ik voel me er niet gemakkelijk bij om dat te doen.

This is a comfortable chair.

Dit is een gemakkelijke stoel.

These chairs are not comfortable.

Deze stoelen zijn niet comfortabel.

Tom has a comfortable income.

Tom heeft een comfortabel inkomen.

I didn't feel comfortable there.

Ik voelde me daar niet op m'n gemak.

We bought a comfortable new armchair.

We hebben een nieuwe, gemakkelijke zetel gekocht.

- Make yourself comfortable.
- Make yourself cozy!

Maak het je gemakkelijk!

My apartment is more comfortable than yours.

Mijn woning is gerieflijker dan de uwe.

Tom made himself as comfortable as possible.

Tom maakte het zichzelf zo comfortabel mogelijk.

Do you feel comfortable in your skin?

Zit je goed in je vel?

I never feel comfortable in his presence.

Ik voel me nooit comfortabel in zijn aanwezigheid.

I'm comfortable right where I am now.

Hier ben ik op mijn gemak.

We need people to feel comfortable seeking them.

moeten mensen zich op hun gemak voelen om ze op te zoeken.

They aren't entirely comfortable with each other's company.

Ze zijn niet helemaal op hun gemak met elkaars gezelschap.

Tom has made himself comfortable on the sofa.

Tom heeft het zich gemakkelijk gemaakt op de bank.

This house is very comfortable to live in.

Dit huis is aangenaam om in te leven.

Here's a comfortable chair you can sit in.

Hier, een gemakkelijke zetel waarin ge kunt zitten.

Tom doesn't feel comfortable talking about his feelings.

Tom vindt het onaangenaam om over zijn gevoelens te praten.

Mike is at home. His house is very comfortable.

Mike is thuis. Zijn huis is erg gezellig.

I didn't feel comfortable because I didn't speak French.

Ik voelde me niet op mijn gemak omdat ik geen Frans sprak.

He lived a rich and comfortable life in the country.

Hij had een voorspoedig en behaaglijk leven op het land.

I think your bed is more comfortable than that carpet.

Ik denk dat je bed comfortabeler is dan dat tapijt.

This sweater is comfortable to take off and put on.

Deze trui is makkelijk om aan en uit te trekken.

It felt as comfortable and natural as a walk in the park,

Het voelde net zo makkelijk als een boswandeling,

In all honesty, I could not say the room allotted to me was comfortable.

Eerlijk gezegd: de kamer die men mij heeft gegeven, was allesbehalve comfortabel.

I was placed in a comfortable boarding establishment at Edinburgh, and there I remained until I was seventeen years of age.

Ik werd ondergebracht in een aangename kostschool te Edinburgh waar ik tot mijn zeventiende jaar verbleef.