Examples of using "Looked" in a sentence and their dutch translations:
Tom zag er goed uit.
Tom zag er geschokt uit.
Tom keek verbaasd.
Tom keek.
Iedereen keek.
- Ik keek.
- Ik heb gekeken.
Hij heeft gekeken.
Ze zagen er allemaal gelukkig uit.
Ze keek rond.
Ze keek rond.
Hij zag er goed uit.
Hij keek weg.
- Tom keek versteend.
- Tom leek versteend.
- Tom keek verbaasd.
- Tom zag er verbaasd uit.
Tom leek verrast te zijn.
- Tom zag er geschokt uit.
- Tom keek geschokt.
- Tom zag er opgelucht uit.
- Tom leek opgelucht.
Tom zag er geweldig uit.
- Hij leek tevreden.
- Hij zag er tevreden uit.
Tom leek boos.
Tom zag er moe uit.
Tom zag er boos uit.
- Iedereen leek geschokt.
- Iedereen keek geschokt.
Ze zag er eenzaam uit.
- Ze keek achter zich.
- Ze keek erachter.
Zij leek verrast te zijn.
Zij wendde de blik af.
Ze leek gegeneerd.
- Het zag er goedkoop uit.
- Het leek goedkoop.
Zij zag er triestig uit.
Tom zag er goed uit.
- Tom zag er nerveus uit.
- Tom zag er zenuwachtig uit.
- Tom leek zenuwachtig.
- Tom leek nerveus.
- Tom keek zenuwachtig.
- Tom keek nerveus.
Tom keek op.
- Ze zagen er opgelucht uit.
- Ze leken opgelucht.
- Tom zag er ontgoocheld uit.
- Tom leek ontgoocheld.
Hij zag er jong uit.
Hij zag er gelukkig uit.
- Ze zagen er allemaal gelukkig uit.
- Iedereen zag er gelukkig uit.
Alles zag er mooi uit.
Hij keek rond.
Zij leek opgewonden.
- Tom zag er eenzaam uit.
- Tom leek eenzaam.
Tom zag er gelukkig uit.
Tom zag er jong uit.
Tom zag er gezond uit.
Tom leek boos.
- Je zag er gelukkig uit.
- U zag er gelukkig uit.
- Jullie zagen er gelukkig uit.
Maria zag er sensationeel uit.
- Tom keek verbaasd.
- Tom leek verbaasd.
Hij zag er boos uit.
Mary zag er stralend uit.
Hij zag er verward uit.
Tom leek slaperig.
Hij zag er boos uit.
Ik keek in de spiegel.
- Tom heeft in de koelkast gekeken.
- Tom keek in de koelkast.
- Tom keek in de spiegel.
- Tom keek in een spiegel.
Het zag er echt vreemd uit.
Mijn vrouw leek verrast te zijn.
Judy bekeek mij.
Hitomi zag er heel gelukkig uit.
Ze zag er altijd blij uit.
Ze zagen er echt gelukkig uit.
Hij zag er heel gelukkig uit.
Ze zagen er erg gelukkig uit.
Zij keek me aan.
- We hebben het onderzocht.
- We hebben het eens nader bekeken.
Ze zag er heel jong uit.
Hij zag er heel jong uit.
Tom keek nooit achterom.
Ze zagen er allemaal gelukkig uit.
Tom zag er erg oud uit.
Iedereen keek zenuwachtig om zich heen.
- Ik keek rondom mij.
- Ik keek om me heen.
Tom zag er volkomen beschaamde uit.
Tom keek angstig rond.
Tom zag er erg beschaamd uit.
Steve zag er heel gelukkig uit.