Examples of using "Okay" in a sentence and their dutch translations:
Oké.
Daar gaan we. Oké.
Oké. Sorry.
- Oh, ik snap het!
- Ah, oké!
- Ik ben in orde.
- Ik ben oké.
Laten we het doen. Het moment van de waarheid.
Laten we gaan.
We zitten in de lucht.
Oké, blijven bewegen.
Oké, we gaan.
Helm op.
Daar gaat hij.
Kom op.
Blijven bewegen.
Pas op.
...voelt alles goed.
Is dat wel goed?
Is iedereen oké?
Het is al goed.
Alles in orde?
- Oké.
- Prima.
Oké, heb je geantwoord?
We gaan verder.
Oké. Daar gaan we.
We hebben gekozen.
Laten we gaan.
Laten we het opnieuw proberen.
Laten we gaan.
Daar gaan we.
Het wordt laat.
Eerst het bed.
Zeg jij het maar.
Daar gaan we.
Jij mag beslissen.
Die heeft het gehouden.
Oké, blijven bewegen.
Oké, jij bent de baas.
Oké, laten we gaan.
Blijf kalm.
Oké, we gaan.
Laten we gaan.
Goed, dat is genoeg.
Wij zullen je helpen, goed?
Alles goed?
- Oké.
- Goed.
Zijn chocolade is oke.
Jij hebt het goed. Dat. Uitstekend. Okay.
Oké, even op adem komen.
Abseillijn losmaken.
Daar gaan we.
We pakken de medicijnen.
We gaan deze kant op.
Het is een goed gevoel. Oké.
Kom op, we gaan.
We gaan in positie.
Kom op, probeer dit.
Oké, een achterwaartse salto.
Oké, soort van droog... ...maar warm.
Oké, we hebben het schaap gevangen.
Oké, daar gaan we.
...om de wrijving tegen te gaan. Oké.
We gaan naar binnen.
Vanaf hier gaan we het binnenland in.
Achteruit.
Vanaf hier... ...gaan we landinwaarts.
Achteruit.
Onthoud wat de missie is.
Wat denk je?
Dat is een goede vondst. Oké.
Goed werk. Goed gedaan.