Examples of using "Ninety" in a sentence and their dutch translations:
Hij is negentig jaar oud.
Negenennegentig doet mij altijd lachen.
Vijfenveertig keer twee is negentig.
Mijn oom werd negentig jaar oud.
Zei je negentig of negentien?
Eskimo's hebben negentig verschillende woorden voor sneeuw.
Ze doden 90% van hun prooien 's nachts.
Tien, twintig, dertig, veertig, vijftig, zestig, zeventig, tachtig, negentig, honderd.
"Hoeveel kost deze zakdoek?" "95 cent."
De bal is rond, en het spel duurt negentig minuten.
Het is helemaal niet zeldzaam langer dan negentig jaar te leven.
90 procent van wat ze zeggen kan naar jouw mening verkeerd zijn.
- De oude dame is negentig jaar oud, maar haar luciditeit is indrukwekkend.
- De oude dame is negentig jaar oud, maar ze is ongelooflijk helder van geest.