Examples of using "Lion" in a sentence and their dutch translations:
Ik zie een leeuw.
De leeuw is vlees aan het eten.
Ik heb het over een leeuw.
Een leeuw is een dier.
Dit is een leeuw.
Een leeuw is sterk.
Ik zie een leeuw.
De leeuw eet het vlees.
De leeuw is vlees aan het eten.
De tanden van een leeuw zijn scherp.
Ik heb het over een leeuw.
De olifant verplettert de leeuw.
Een leeuw is een dier.
De leeuw is de koning van de dieren.
Van Lion Base in Sierra Leone
De leeuw is de koning van het oerwoud.
Ik was verbaasd een leeuw te zien.
De leeuw is de koning van de dieren.
Joe en ik hebben gisteren een leeuw gezien.
We moeten de leeuw levend vangen.
Ze doden 90% van hun prooien 's nachts.
De leeuw wordt de koning der dieren genoemd.
Wie is het sterkst, een tijger of een leeuw?
Geef geen hand aan een leeuw.
Een eenzame hyena is geen partij voor een leeuw.
'Die man is een leeuw,' zei Napoleon terwijl hij zijn opmars zag.
Deze zeeleeuw kan een bal op zijn neus balanceren.
Wat zou je doen als je hier een leeuw zou tegenkomen?
Nu is Lion Base gevreesd. Het is een gevreesde bende."
Deze mannetjeszeeleeuw is niet zo groot gegroeid door alleen vis te eten.
Olifanten zien beter in het donker dan wij... ...maar lang niet zo goed als een leeuw.
Het had het hoofd van een vrouw, het lichaam van een leeuw, de vleugels van een vogel en de staart van een slang.