Examples of using "Netherlands" in a sentence and their dutch translations:
Spanje ranselt Nederland af.
Nederland ranselt Spanje af.
Ik kom uit Nederland.
maar in Nederland.
Duitsland grenst aan Nederland.
Duitsland grenst aan Nederland.
- Zijn kleinkind woont in Nederland.
- Haar kleinkind woont in Nederland.
Duitsland grenst aan Nederland.
Mussen zijn in Nederland alomtegenwoordig.
- Haar kleinkind woont in Nederland.
- Hun kleinkind woont in Nederland.
Ik kom uit Nederland.
Het regent in Nederland.
Ik woon in Nederland.
Nederland is een klein land.
Nederland had de wereldbeker zo verdiend.
Ik reisde door heel Nederland.
Zijn kleinkind woont in Nederland.
Haar kleinkind woont in Nederland.
Hun kleinkind woont in Nederland.
Men spreekt Nederlands in Nederland.
Nederland importeert koffie en katoen.
Heeft Nederland een koning?
In Nederland spreken ze Nederlands.
Nederland heeft het wereldkampioenschap van 2010 gewonnen.
Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.
Voetbal is de nationale sport van Nederland.
Is Duitsland zo mooi als Nederland?
Nederland is een fietsland.
Nederland wordt "Nederland" genoemd in het Nederlands.
- Nederland wordt "Nederlân" in het Fries genoemd.
- Nederland wordt in het Fries "Nederlân" genoemd.
- Nederland is "Nederlân" in het Fries.
Wat is het minimumloon in Nederland?
Nederland heeft het wereldkampioenschap van 2010 gewonnen.
De mensen die Zwarte Piet verdedigen zeggen dat het feest niet veranderd kan worden,
Wanneer kom je naar Nederland?
Klompen zijn een handelsmerk van Nederland.
Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.
Ben je ooit in Nederland geweest?
Nederland ligt dicht bij het VK.
Nederland is verdeeld in twaalf provincies.
Islamofobie is heel reëel in Nederland.
Ik heb die zonnebril in Nederland gekocht.
In Nederland hebben ze iets vergelijkbaars.
Nijmegen is de oudste stad van Nederland.
Nederland heeft het wereldkampioenschap van 2010 gewonnen.
Het is een overblijfsel van ons koloniale verleden.
Nederland maakt gebruik van wind als energiebron.
- Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.
- De hoofdstad van Nederland is Amsterdam.
In Nederland is dat percentage 57 procent.
Voetbal is de nationale sport van Nederland.
In Nederland zien we kerken en zorgorganisaties
naar Nederland om hun Nederlandse identiteit te behouden.
Ik heb die zonnebril in Nederland gekocht.
Ze willen de Koran in Nederland verbieden.
Echter, in het geval van Nederland, zijn boerderijen klein.
Ze hebben aardappelen in Frankrijk, maar niet in Nederland.
Nederland is echter niet het land die het meeste geld ontvangt.
Nederland wist dat het technologie nodig had om hun velden te verbeteren.
- Hij werkte anderhalf jaar in Nederland.
- Hij heeft anderhalf jaar in Nederland gewerkt.
Ik had nog nooit een windmolen gezien totdat ik Nederland bezocht.
Ajax Amsterdam is de meest bekende voetbalclub van Nederland.
Op oudejaarsavond eet men oliebollen in Nederland.
Ik ben in Nederland geboren maar in België opgegroeid.
Nederland is een klein land.
Wat heeft Nederland gedaan dat ook door andere landen gedaan kan worden?
Stel je voor, je bent 20 en je woont in Nederland in die tijd.
Nederland kon voedsel importeren terwijl zij televisies of vliegtuigen maakten, toch?
Kennelijk is de meest gebruikte pinautomaat van Nederland in deze stad.