Examples of using "Melt" in a sentence and their dutch translations:
Wanneer gletsjers smelten
Dat smelt niet,
Je zult smelten.
Maar als gletsjers smelten
zouden de gletsjers veel sneller smelten.
Smelt de boter in een steelpan.
één derde van de gletsjers zouden smelten.
Laat de chocolade in de mond smelten.
kan smelten tegen het einde van de eeuw.
Terwijl we de ijskappen zien smelten,
Wie zou dat stenen hart van jou kunnen doen smelten?
dat zijn zijn meren die zich vormen wanneer de gletsjers smelten --
De sneeuw begon te smelten.
De sneeuw begon te smelten.
Wat als onze gletsjers veel sneller smelten dan ik had verwacht?
Als je je ijsje niet snel opeet smelt hij nog.
De sneeuw begon te smelten.
Door het broeikaseffect begint het in Alaska te dooien.
Als je ijs wilt smelten, moet je het nat maken,
De door mensen veroorzaakte klimaatverandering zorgt ervoor dat landijs smelt en dat zeewater uitzet.
Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat de ploeger den maaier, en de druiventreder den zaadzaaier genaken zal; en de bergen zullen van zoeten wijn druipen, en al de heuvelen zullen smelten.