Translation of "Luggage" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Luggage" in a sentence and their dutch translations:

- Where's your luggage?
- Where is your luggage?

Waar is je bagage?

- Where's your baggage?
- Where's your luggage?
- Where is your luggage?

Waar is je bagage?

Which is your luggage?

- Welke is uw koffer?
- Welke is jouw koffer?

I can't find my luggage.

- Ik vind mijn bagage niet.
- Ik kan mijn bagage niet vinden.

Please look after my luggage.

Let alstublieft op mijn bagage.

- Where can I check my luggage in?
- Where can I check in my luggage?

Waar kan ik mijn bagage afgeven?

He sent his luggage in advance.

Hij zond zijn bagage vooruit.

Where have you put your luggage?

Waar hebt u uw bagage laten staan?

I helped him carry his luggage upstairs.

Ik hielp hem zijn bagage naar boven te dragen.

He carried her luggage to the train.

Hij droeg haar bagage naar de trein.

Where can I check my luggage in?

Waar kan ik mijn bagage afgeven?

- Which is your luggage?
- Which is your suitcase?

Wat is uw koffer?

You can leave now. I'll see to our luggage.

Jullie kunnen nu gaan. Ik zorg voor onze bagage.

Don't forget to tip the porter for carrying your luggage.

Vergeet niet de drager een fooi te geven omdat hij je koffers heeft gedragen.

Tom wondered how much luggage Mary was planning to take.

Tom vroeg zich af hoeveel bagage Maria van plan was om mee te nemen.

- I helped him to carry his baggage upstairs.
- I helped him carry his luggage upstairs.

Ik hielp hem zijn bagage naar boven te dragen.