Translation of "Drunk" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Drunk" in a sentence and their dutch translations:

- Tom's drunk.
- Tom is drunk.
- Tom was drunk.

Tom was dronken.

- He is drunk.
- He's drunk.

Hij is dronken.

- Tom's drunk.
- Tom is drunk.

Tom is dronken.

- You are drunk!
- You're drunk.

- Je bent dronken.
- U bent dronken.
- Jullie zijn dronken.

He's drunk.

Hij is dronken.

I'm drunk.

Ik ben dronken.

Stay drunk!

Blijf dronken!

You're drunk.

Jullie zijn dronken.

- You are drunk!
- You're overworked.
- You're drunk.

Je bent dronken!

- I was too drunk.
- I was very drunk.

Ik was te dronken.

- Tom got very drunk.
- Tom became very drunk.

Tom werd erg dronken.

We're quite drunk.

We zijn heel dronken.

Man, you're drunk.

Man, jij bent dronken.

Let's get drunk.

Laten we dronken worden.

You are drunk!

Je bent dronken!

He is drunk.

Hij is dronken.

He's really drunk.

Hij is stomdronken.

You have drunk.

Je hebt gedronken.

I was drunk.

- Ik was stomdronken.
- Ik was dronken.

Tom was drunk.

Tom was dronken.

Is Tom drunk?

Is Tom dronken?

Tom wasn't drunk.

Tom was niet dronken.

I'm quite drunk.

Ik ben stomdroken.

Are you drunk?

Bent u dronken?

- I am a bit drunk.
- I'm a bit drunk.

Ik ben een beetje dronken.

She's a bit drunk.

Ze is een beetje dronken.

The policeman was drunk.

De politieagent was dronken.

He was very drunk.

Hij was straalbezopen.

Tom was dead drunk.

Tom was stomdronken.

I was too drunk.

Ik was te dronken.

I think I'm drunk.

Ik denk dat ik dronken ben.

Are you already drunk?

Zijn jullie nu al dronken?

He got very drunk.

Hij werd erg dronken.

Tom wasn't very drunk.

Tom was niet heel dronken.

He is always drunk!

Hij is altijd dronken!

Tom is always drunk.

Tom is altijd dronken.

This man is drunk.

Die man is dronken.

- Are you drunk?
- Are you high?
- Are you drunk or something?

Ben je dronken of zo?

- I'm drunk.
- I'm wasted.
- I'm plastered.
- I'm sloshed.
- I am drunk.

Ik ben dronken.

- Tom claims he was drunk.
- Tom claims that he was drunk.

Tom beweert dat hij dronken was.

You're too drunk to drive.

- Je bent te dronken om te rijden.
- U bent te dronken om te rijden.
- Jullie zijn te dronken om te rijden.

Drunk people are so entertaining.

Dronken mensen zijn zo onderhoudend.

I didn't see you drunk.

Ik heb u niet dronken gezien.

Are you drunk or something?

Ben je dronken of zo?

Tom and Mary are drunk.

Tom en Maria zijn dronken.

We'll all soon be drunk.

We zullen allemaal spoedig dronken zijn.

Tom was drunk and angry.

- Tom was dronken en boos.
- Tom was dronken en kwaad.

I'm pretty drunk right now.

Ik ben heel dronken nu.

How much have you drunk?

- Hoeveel heb je gedronken?
- Hoeveel heeft u gedronken?
- Hoeveel hebben jullie gedronken?

You've drunk three cups of coffee.

Je hebt drie koppen koffie gedronken.

He is more or less drunk.

Hij was min of meer dronken.

Drunk driving is a serious problem.

Dronken rijden is een serieus probleem.

He was more or less drunk.

Hij was een beetje dronken.

Have you ever drunk carrot juice?

Heb je ooit wortelsap gedronken?

Tom came home drunk last night.

Tom kwam gisteravond dronken thuis.

He got drunk and became talkative.

Hij werd dronken en spraakzaam.

I guess I'm a little drunk.

Ik geloof dat ik een beetje dronken ben.