Examples of using "Hoping" in a sentence and their dutch translations:
Ik hoop dat het gebeurt.
We hopen dat je ons wilt steunen.
Ik hoop ze te zien.
We hopen dat Tom nog leeft.
We hopen dat je snel beter wordt.
Ik hoopte Tom te verrassen.
Ik hoopte dat ik je zou vinden.
We hopen in oktober te openen.
Wat hoopten jullie te vinden?
Tom hoopt je te zien.
Ik hoopte dat jij het kon doen.
We hopen dat je snel beter wordt.
Ik kwam hier in de hoop Tom te zien.
Tom hoopte een kus te krijgen.
Tom hoopte dat Maria dat niet zou doen.
- U hoopte te winnen, nietwaar?
- Jullie hoopten te winnen, nietwaar?
Misschien is dat de kortere weg waar we op hoopten.
Tom hoopte de eerste prijs te winnen.
- Tom kwam naar Boston en hoopte dat hij een job kon vinden.
- Tom kwam naar Boston en hoopte dat hij wat werk kon vinden.
Tom hoopte dat hij dat niet zou hoeven te doen.
Tom zegt dat hij hoopt dat we morgen allemaal kunnen gaan zwemmen.
Tom hoopt dat hij een nieuwe fiets krijgt voor Kerstmis.
Hij hoopte niet op redding, hij wist dat hij geen hoop had.
Ik hoopte dat je me een stuk pizza zou laten kopen.
Die zomer lanceerde het Russische leger van Bennigsen een verrassingsaanval, in de hoop het Zesde Korps van Ney bij Guttstadt
Tom hoopte een kus te krijgen.
Welke is de korte weg naar de beschaving waar we op hopen?
Zelfs als ik een beetje dieper graaf... ...in de hoop dichtere sneeuw te vinden...
Ik hoop dat mensen over de hele wereld ons leren kennen via Google Maps.
- Dat hoop ik.
- Ik hoop het.