Translation of "Fourteen" in Dutch

0.011 sec.

Examples of using "Fourteen" in a sentence and their dutch translations:

Two times seven is fourteen.

- Twee maal zeven is veertien.
- Twee keer zeven is veertien.

- I am fourteen years old.
- I'm fourteen years old.
- I am 14 years old.

Ik ben veertien jaar oud.

Mary went to work at fourteen.

Mary ging op haar veertiende aan het werk.

The course will last fourteen days.

De cursus duurt veertien dagen.

I am going to be fourteen.

Ik word veertien.

Two hundred and fourteen million women in lower-income countries

214 miljoen vrouwen in armere landen

Ten, eleven, twelve, thirteen, fourteen, fifteen, sixteen, seventeen, eighteen, nineteen, twenty.

Tien, elf, twaalf, dertien, veertien, vijftien, zestien, zeventien, achttien, negentien, twintig.

Who had not survived the march. He had been  Lefebvre’s last surviving child… of fourteen.

die de mars niet hadden overleefd. Hij was het laatste overlevende kind van Lefebvre geweest… van veertien.