Examples of using "Deserved" in a sentence and their dutch translations:
- Je hebt het ernaar gemaakt.
- Dat heb je verdiend.
- Je hebt het verdiend.
- Jij hebt het verdiend.
Hij verdiende het.
- Ik heb het verdiend.
- Ik verdiende het.
- Ze verdienden het.
- Zij verdienden het.
- Ze hebben het verdiend.
- Zij hebben het verdiend.
- Dat heb je verdiend.
- Dat heb jij verdiend.
Dat hebben we verdiend.
Nederland had de wereldbeker zo verdiend.
- Dat hebt ge verdiend.
- Dat heb je verdiend.
- Je hebt het verdiend.
- Jij hebt het verdiend.
Tom heeft zeker niets gedaan waarvoor hij een dergelijke straf zou verdienen.