Examples of using "Class" in a sentence and their dutch translations:
Hoe was de les?
Tom heeft vandaag de les gemist.
Hij miste de les.
Tom heeft gespijbeld.
Waar houd je het meeste van: muziek of Engels?
Ze wonen elke les bij.
Ik hou van Engelse les.
Ik heb morgen les.
Ik heb vanavond les.
Tom spijbelt veel.
Vandaag is er geen les.
- Slapen in de klas is niet toegestaan.
- Slapen in de klas mag niet.
Ik volg een danscursus.
- Vandaag is er geen les.
- We hebben vandaag geen school.
Welkom bij onze eerste les Duits.
- Ik ben de langste van de klas.
- Ik ben de langste in onze klas.
Bij de volgende les
De les begint om tien uur.
Hoe was de Franse les?
Hoe laat begint je les morgen?
Onze eerste les is wiskunde.
Ik ben de langste in onze klas.
- Hij is de grootste in de klas.
- Hij is de grootste van de klas.
Ik ben de langste van de klas.
Hij is de grootste in de klas.
Onze klas bestaat uit 40 jongens.
Ik praat nooit meer tijdens de les.
Vandaag heb ik Esperantocursus.
- Ik moet dit college bijwonen.
- Ik moet deze les bijwonen.
De helft van mijn klas houdt van honden.
Hij is moe na zijn lessen Duits.
Heb je nooit les of zo?
- De les begint om acht uur dertig.
- De les begint om half negen.
Ik speel dikwijls voetbal na de les.
Hij is de grootste in de klas.
Welkom bij onze eerste les Duits.
Welkom bij de eerste les Duits.
Tom is de beste van de klas.
Ik viel gisteren tijdens de les in slaap.
Tom volgde geen les vorige week.
Welkom bij onze eerste les Frans.
Slapen in de klas mag niet.
Ik wil graag een eersteklaskaartje.
Welkom bij onze eerste Italiaans les.
Tom hoorde Mary in de les snurken.
In die klas zijn er veertig leerlingen.
Welkom bij onze eerste les Duits.
vaak worden gezien als tweederangsburgers.
Iedereen in haar klas ziet haar graag.
- Morgen namiddag hebben we geen les.
- Morgennamiddag hebben wij geen les.
Hoeveel jongens zijn er in deze klas?
Hij is de grootste in de klas.
Hoeveel leerlingen zitten er in jouw klas?
in zwarte en bruine gemeenschappen in de middenklasse,
nog steeds het n-woord in de klas.
Iedereen kwam op tijd in de klas.
Dit was het einde van de les.
Ik ben de langste van de klas.
Hij is de langste in zijn klas.
Ik droomde dat ik naakt naar de klas kwam.
Hoeveel jongens zijn er in deze klas?
Hij is de grootste in de klas.
Er zitten veertig leerlingen in deze klas.