Examples of using "Missed" in a sentence and their dutch translations:
We hebben je gemist.
Ik heb jullie gemist.
- Ik heb je gemist.
- Ik heb u gemist.
- Ik heb jullie gemist.
- Ik miste je.
- Ik miste u.
- Ik miste jullie.
We hebben je gemist.
- Ik heb je gemist.
- Ik heb u gemist.
- Ik heb jullie gemist.
- Ik miste jullie.
- Je hebt gemist.
- U hebt gemist.
- Jullie hebben gemist.
- Je miste.
- U miste.
- Jullie misten.
Hij miste de les.
Tom miste Maria.
Je hebt er een gemist.
Ik heb je gemist.
Ik heb Australiƫ gemist.
- Ik heb je nooit gemist.
- Ik heb jou nooit gemist.
- Ik heb je zo erg gemist.
- Ik heb je zo gemist!
- Ik heb je gemist.
- Ik miste je.
Sorry, ik heb de trein gemist.
Ik heb je gemist.
Ik heb je zo erg gemist.
- Ik miste de bus.
- Ik heb de bus gemist.
Misschien heb ik iets over het hoofd gezien.
Je hebt het net gemist.
Ik heb mijn trein gemist.
Zij zal gemist worden.
Heb ik iets gemist?
Hij zal gemist worden.
Ik heb veel gemist.
Je hebt veel gemist.
Ik heb de trein niet gehaald.
We hebben de tram gemist.
Tom miste zijn vrienden.
Maria miste haar vrienden.
Prins zal worden gemist.
Maria miste haar man.
Ze hebben veel verloren.
Hij miste zijn vlucht.
Misschien heeft hij de trein gemist.
- Ik heb je zo gemist!
- Ik heb jullie zo gemist!
Misschien heeft hij de trein gemist.
De pijl miste zijn doel.
- We hebben je zo erg gemist.
- Wij hebben je zo erg gemist.
Ik heb de laatste trein gemist.
We hebben u allemaal gemist.
Je hebt het beste gedeelte gemist.
Ik heb jullie echt gemist.
Ik heb de schoolbus gemist!
Mary heeft net haar bus gemist.
Ik heb een gouden kans gemist.
- Ik heb jou en Tom gemist.
- Ik heb u en Tom gemist.
- Ik heb jullie en Tom gemist.
Maar ik miste de ziekenhuiswereld.
Je vrienden zullen je missen.
Ik heb de intocht van Sinterklaas gemist.
Deze morgen heb ik mijn bus gemist.
Ik heb je gisteren echt gemist!
Ik heb de laatste twee lessen gemist.
Ik mis je.
- Hij moet de trein gemist hebben.
- Hij heeft waarschijnlijk de trein gemist.
Ik heb je gister heel erg gemist.
Ik heb jullie zo gemist!
Tom miste Maria.
Tom kan de trein gemist hebben.
Tenslotte schreef ik hoe ik haar miste,
- Ik heb de trein gemist op twee minuten na.
- Ik miste de trein op twee minuten.
Je hebt er geen idee van wat je gemist hebt.
Ik heb het Britse accent heel erg gemist.
Gisteren miste hij de trein naar Sapporo.
Ik miste je vandaag, zoals iedere dag!
...en we hebben geen kinderen gekregen.
Het kan zijn dat ze de trein van zeven uur heeft gemist.
Hij schoot naar de vogel, maar schoot ernaast.
Tom heeft vandaag de les gemist.