Examples of using "Bird" in a sentence and their dutch translations:
Geef de vogel voer!
Wat een prachtige vogel!
Deze vogel kan niet vliegen.
De vogel vliegt.
Tom bevrijdde de vogel.
Welke vogel kan niet vliegen?
Hoe noem je deze vogel?
- Hoe heet deze vogel?
- Hoe noem je deze vogel?
- Hoe heet die vogel?
Wat is jouw lievelingsvogel?
- Hoe heet deze vogel?
- Hoe heet die vogel?
- De morgenstond heeft goud in de mond.
- Morgenstond heeft goud in de mond.
Hoe noem je deze vogel?
Tom bevrijdde de vogel.
Deze vogel kan vliegen.
Het is een vogel.
Een vogel heeft vleugels.
Een vogel kan vliegen.
Tom heeft een vogel gevangen.
- Hoe heet deze vogel?
- Hoe noem je deze vogel?
- Hoe heet die vogel?
De ekster is een vogel.
Hoe heet deze vogel?
De morgenstond heeft goud in de mond.
zal de vogel niet vliegen."
De vogel spreidde zijn vleugels.
Wat is je lievelingsvogel?
Ik kan geen vogel tekenen.
Tom bevrijdde de vogel.
Welke kleur heeft de vogel?
De vogel is in de hemel.
Deze vogel is een kwikstaart.
Tux is een antarctische vogel.
Kan een kiwivogel vliegen?
Er is een vogel hier.
De ekster is een vogel.
Hoe heet deze vogel?
Er vloog een vogel in de boom.
De vogel zit in zijn nest.
Ik droomde dat ik een vogel was.
Vroeg begonnen, veel gewonnen.
De vogel had een gebroken vleugel.
Het meisje liet de vogel ontsnappen.
De vogel zong in de boom.
Deze vogel wordt een meeuw genoemd.
Een gans is een watervogel.
Welke vogel is dat?
Een vogel vloog in de kamer.
De vogel is in de hemel.
Hoe snel vliegt die vogel?
Hoe noem je deze vogel?
De ooievaar is een waadvogel.
De struisvogel is een loopvogel.
Is de vogel dood of levend?
Ik zie een vogel op het dak.
De vogel was bedekt met witte veren.
- Een vogel heeft vleugels.
- Vogels hebben vleugels.
Een vogel is aan het zingen in de boom.
Hij zag de vogel in de boom.