Examples of using "Set" in a sentence and their dutch translations:
Klaar voor de start...
Op uw plaatsen, klaar, af!
Op uw plaatsen, klaar, af!
Het staat klaar.
Laat me vrij!
Dek de tafel.
Laat Tom vrij.
Laat ze vrij.
Laat haar vrij.
De tafel is gedekt.
Op uw plaatsen, klaar, af!
Klaar voor de start... ...later.
Een onderbroek.
Klaar voor de start, later.
Een onderbroek.
Dek de tafel alsjeblieft.
Ik dek de tafel wel.
Stel de klok goed in.
De maan is ondergegaan.
Tom stelde de rangorde vast.
Klaar voor de start! Af!
Mag ik de tafel klaarzetten?
- Lincoln bevrijdde de slaven.
- Lincoln heeft de slaven bevrijd.
Ze is op weg naar Thailand.
Gisteravond zijn ze vertrokken.
Hij vertrok naar Parijs.
De zon gaat zo onder.
Tom bevrijdde de vogel.
De gevangenen zijn bevrijd.
Ze staat op het punt weg te gaan.
Ik wil een schaakspel.
Dit televisietoestel is zwaar.
Tom, ben je er klaar voor?
Laat hem vrij.
De zon gaat zo onder.
Laat Tom vrij.
Kun jij over seks heen kijken?
Tom kocht een VR-set.
- Het was een valstrik.
- Het was een val.
Laat het alarm niet afgaan.
De gevangene werd gisteren vrijgelaten.
- De zon gaat weldra onder.
- De zon gaat zo onder.
Ik dek de tafel wel.
De verzameling zonder elementen wordt de lege verzameling genoemd en wordt aangeduid met {}.
Ze gaan vertrekken naar New York.
- De zon gaat weldra onder.
- De zon gaat zo onder.
Hij verklaarde zijn redenen duidelijk.
Ze vertrokken om te picknicken.
Op je plaats, klaar, af!
Hij vertrok naar Kyushu.
Probeer het goede voorbeeld te geven.
Zet de lamp op de tafel.
Tom heeft de tafel al gedekt.
Zet je schrap.
Carnisme gebruikt een reeks verdedigingen
We hebben een domino-effect in gang gezet
Toen ging Chas naast me zitten.
Maria zette de mand op de tafel.
Hij stak zijn eigen huis in brand.
De gevangene werd gisteren vrijgelaten.
Kan je me helpen de tafel te dekken?
- De zon gaat onder over twee uur.
- Binnen twee uur gaat de zon onder.
We zetten vallen om kakkerlakken te vangen.
Binnen twee uur gaat de zon onder.
Ik probeerde een goed voorbeeld te zijn.
1066 zette hij zijn zinnen op de Engelse troon.
- Zet je schrap.
- Bereid je voor.
- Maak je klaar.
Mama heeft de tafel gedekt.
Zet de klok goed. Hij loopt tien minuten voor.
- Alles is klaar.
- Alles is gereed.