Examples of using "Armed" in a sentence and their dutch translations:
Ze zijn gewapend.
Ik ben gewapend.
Zijn ze bewapend?
Tom was gewapend.
Ze bewapenden zich met geweren.
Hij is tot de tanden gewapend.
Gewapend met de nieuwste technieken...
Ze bewapenden zich met geweren.
Ze bewapenden zich met geweren.
Ze zijn tot de tanden bewapend.
De gewapende kapers joegen de passagiers angst aan.
Hij is tot de tanden gewapend.
Ze is tot de tanden bewapend.
De crimineel is gewapend en zeer gevaarlijk.
Vier gewapende mannen overvielen de bank en zijn ontsnapt met vier miljoen dollar.