Translation of "Reizen" in Spanish

0.018 sec.

Examples of using "Reizen" in a sentence and their spanish translations:

Ik wil reizen.

Quisiera viajar.

Ik hou van reizen.

Me gusta viajar.

Hou je van reizen?

¿Te gustan los viajes?

Reizen is heel leuk.

Viajar es muy divertido.

We reizen naar Barcelona.

Viajamos a Barcelona.

Tom houdt van reizen.

A Tom le gusta viajar.

Veel mensen reizen graag.

A mucha gente le gusta viajar.

Laten we samen reizen.

Viajemos juntos.

Wanneer kan ik reizen?

¿Cuándo puedo viajar?

- Hij houdt echt veel van reizen.
- Hij is dol op reizen.

Le encanta viajar.

- Hou je van reizen?
- Reis je graag?
- Houdt u van reizen?

¿Te gusta viajar?

Ik wil met je reizen.

Quiero viajar contigo.

...zoals in daluren te reizen .

como no subir en horas pico,

Ik wil naar Australië reizen.

Quiero viajar para Australia.

Hij is dol op reizen.

Le encanta viajar.

Tom houdt niet van reizen.

A Tom no le gusta viajar.

Ik zou graag alleen reizen.

Me gustaría viajar solo.

"Ik wil gaan studeren en reizen

"Quiero ir a la universidad y viajar

Ik wil rond de wereld reizen.

Quiero viajar alrededor del mundo.

Reizen is vandaag de dag gemakkelijk.

Hoy en día es fácil viajar.

Ik zou graag alleen willen reizen.

Me gustaría viajar solo.

Ik wil naar de maan reizen.

Quiero volar a la Luna.

Hij is gewend om te reizen.

Él está acostumbrado a viajar.

Schrijf over een van uw reizen.

Escriba acerca de uno de sus viajes.

Esperantisten reizen vaak naar vreemde landen.

Los esperantistas viajan con frecuencia al extranjero.

- Je bent te jong om alleen te reizen.
- Jullie zijn te jong om alleen te reizen.
- U bent te jong om alleen te reizen.

Eres demasiado joven para viajar solo.

- Hou je van reizen?
- Reis je graag?

¿Te gusta viajar?

- Tom houdt van reizen.
- Tom reist graag.

A Tom le gusta viajar.

- Ik hou van reizen.
- Ik reis graag.

Me encanta viajar.

We gaan volgende maand naar Estland reizen.

- Vamos a viajar a Estonia el próximo mes.
- Vamos a viajar a Estonia el mes que viene.

Ik gebruikte de kaart tijdens mijn reizen.

Yo usé el mapa durante mis viajes.

En als mijn reizen me iets hebben bijgebracht,

Y si mis viajes me enseñaron algo,

Mijn beste dagen had ik tijdens het reizen.

Mis mejores días los tuve en viajes.

Ik probeer te reizen met maar één koffer.

- Intento viajar con una sola maleta.
- Trato de viajar con una sola maleta.

Ik zal de volgende week naar China reizen.

Viajaré a China la semana que viene.

Mijn droom is, ooit naar Japan te reizen.

Mi sueño es algún día viajar a Japón.

De reizen naar de eilanden zijn niet goedkoop.

Las excursiones a las islas no son baratas.

Je bent te jong om alleen te reizen.

Eres demasiado joven para viajar solo.

Hij houdt van reizen. Ik houd er ook van.

Le gusta viajar, y a mí también.

Naar welke plaatsen zoudt ge willen reizen? Hoe? Waarom?

¿A qué lugares quisieras viajar? ¿Cómo? ¿Dónde?

Ik zou heel graag over de wereld willen reizen.

Me gustaría mucho viajar por el mundo.

Hij houdt er echt van om veel te reizen.

A él realmente le gusta viajar mucho.

Mijn broer is oud genoeg om alleen te reizen.

Mi hermano es lo suficientemente mayor como para viajar solo.

En verminder zo veel mogelijk reizen tussen verschillende steden.

Y evitar viajar entre ciudades,

Vroeger waren de mensen gewend te voet te reizen.

Anteriormente, la gente solía viajar a pie.

"Gullivers reizen" werd door een beroemde Engelse auteur geschreven.

Los Viajes de Gulliver fueron escritos por un famoso escritor inglés.

Mijn ouders raadden me af om alleen te reizen.

Mis padres me disuadieron de viajar solo.

- Tijdreizen is onmogelijk.
- Reizen door de tijd is onmogelijk.

Viajar en el tiempo es imposible.

Door de ruimte reizen is niet langer een droom.

Viajar por el espacio ya no es más un sueño.

Is het mogelijk om met weinig geld te reizen?

¿Es posible viajar con poco dinero?

Tom zei dat hij niet met Mary wil reizen.

Tom dijo que no quería viajar con Mary.

Elk jaar reizen ze duizenden kilometers om hier te komen.

Cada año, viajan miles de kilómetros para llegar aquí.

De dag waarop we naar de maan reizen zal komen.

Ya vendrá el día en que podremos viajar a la Luna.

Ik had de mogelijkheid om naar het buitenland te reizen.

Tuve la posibilidad de viajar al extranjero.

Tom miste de kans om met Maria naar Boston te reizen.

Tom perdió la oportunidad de viajar a Boston con María.

Met haar wil ik naar het einde van de wereld reizen.

Quiero ir hasta el fin del mundo con ella.

Het zal niet lang meer duren voordat we naar Mars kunnen reizen.

- No tardará mucho para que podamos viajar a Marte.
- No pasará mucho tiempo antes de que podamos ir a Marte.

Met het vliegtuig reizen is vlug. Maar met de boot is het ontspannend.

El viaje en avión es rápido; el viaje por mar es, sin embargo, relajante.

Om naar het buitenland te reizen heeft men meestal een internationaal paspoort nodig.

- Cuando viajas al extranjero, normalmente necesitas el pasaporte.
- Generalmente, se necesita un pasaporte para ir al extranjero.

Met het vliegtuig reizen is vandaag niet meer een privilege van rijke mensen.

Hoy en día, volar en avión ya no es más un privilegio de los ricos.

Ze houden van reizen dus verlaten ze hun huis vaak voor langere tijd.

A ellos les gusta viajar, así que a menudo se van de su casa por mucho tiempo.

De wereld is een boek, zij die niet reizen lezen enkel de eerste bladzijde.

El mundo es un libro, y aquellos que no viajan leen sólo una página.

Ik maak verre reizen, zie vreemde landen, doe dingen die ik nooit eerder deed.

Hago viajes largos, veo tierras extrañas, hago cosas que jamás hice antes.

Wat vind je ervan om dit jaar voor de verandering naar Frankrijk te reizen?

¿Qué te parece si este año viajamos a Francia por un cambio?