Translation of "Latijn" in Spanish

0.005 sec.

Examples of using "Latijn" in a sentence and their spanish translations:

- Begrijp je Latijn?
- Begrijpt u Latijn?
- Begrijpen jullie Latijn?

¿Entiendes latín?

- Spreekt u Latijn?
- Spreek je Latijn?
- Spreken jullie Latijn?

¿Hablas latín?

- Spreekt u Latijn?
- Spreek je Latijn?

¿Hablas latín?

Spreekt u Latijn?

¿Habla usted latín?

Is dit Latijn?

¿Esto es latín?

Spreek je Latijn?

¿Hablas latín?

Kun je Latijn?

¿Sabes latín?

- Sinds wanneer leer je Latijn?
- Sinds wanneer leert u Latijn?
- Sinds wanneer leren jullie Latijn?

¿Desde cuándo aprende latín?

Latijn is niet moeilijk.

El latín no es difícil.

Weinig studenten begrijpen Latijn.

Pocos estudiantes entienden el latín.

De Romeinen spraken Latijn.

Los romanos hablaban latín.

- Dit woord komt uit het Latijn.
- Dat woord komt uit het Latijn.

Esta palabra viene del latín.

Weinig studenten kunnen Latijn lezen.

Pocos estudiantes saben leer el latín.

Het klassieke Latijn, anders dan het Vulgair Latijn, werd alleen gebruikt door intellectuelen.

El latín clásico, a diferencia del latín vulgar, solo era usado por los intelectuales.

- Latijn is de taal van de toekomst.
- Latijn is de taal van de toekomst!

¡El latín es la lengua del futuro!

Het Latijn is een dode taal.

El latín es una lengua muerta.

Ik ben niet goed in Latijn.

Se me da mal el latín.

Dit woord komt uit het Latijn.

Esta palabra viene del latín.

Het Frans ontwikkelde zich vanuit het Latijn.

El francés se desarrolló del latín.

Veel Engelse woorden komen uit het Latijn.

Muchas palabras inglesas provienen del latín.

Latijn is de taal van de toekomst!

- ¡El latín es la lengua del futuro!
- ¡El latín será la lengua del futuro!

Latijn is de taal van de toekomst.

¡El latín es la lengua del futuro!

Er zijn weinig studenten die Latijn begrijpen.

Hay pocos estudiantes que entiendan latín.

Hoe zeg je "blog" in het Latijn?

¿Cómo se dice "blog" en latín?

Ik ken een mens die Latijn spreekt.

Conozco a un hombre que habla latín.

Ik ken een man die Latijn spreekt.

Conozco a un hombre que habla latín.

Er zijn niet veel studenten die Latijn kunnen lezen

No hay muchos estudiantes que puedan leer latín.

Grieks en Latijn zijn nuttige talen, daarom bestudeer ik ze.

El griego y el latín son idiomas útiles, por eso los estudio.

Europese talen hebben veel woorden uit het Latijn en Grieks.

Los idiomas europeos tienen muchas palabras del latín y del griego.

Ik ben geen aanhanger van de theorie dat je Latijn moet leren om Engels beter te begrijpen.

No apoyo la teoría de que uno tiene que estudiar latín para entender mejor el inglés.