Translation of "Diefstal" in Spanish

Eigendom is diefstal.

La propiedad es un robo.

Heeft ze beveiliging tegen diefstal,

no se la pueden robar.

Wegens diefstal werd hij ontslagen.

- Lo despidieron por robar.
- Le despidieron por robar.

Hij werd beschuldigd van diefstal.

Fue acusado de robo.

Bedrog en diefstal zijn broers.

El engaño y el robo van de la mano.

- Hij beschuldigde de man van diefstal.
- Hij heeft de man van diefstal beschuldigd.

- Acusó al hombre de haber robado.
- Acusó al hombre de robo.

Ik wil graag een diefstal melden.

Querría denunciar un robo.

De jongen is in staat tot diefstal.

El chico es capaz de robar.

Hij werd gestraft voor de diefstal van het geld.

Fue castigado por el robo del dinero.