Translation of "Boeken" in Spanish

0.019 sec.

Examples of using "Boeken" in a sentence and their spanish translations:

Niet alle boeken zijn goede boeken.

No todos los libros son buenos libros.

Deze boeken zijn makkelijker dan die boeken.

Estos libros son más fáciles que aquellos libros.

- U heeft veel boeken.
- Jij hebt veel boeken.
- Jullie hebben veel boeken.

- Tú tienes muchos libros.
- Tenéis muchos libros.
- Tienes muchos libros.

- Hoeveel boeken heeft hij?
- Hoeveel boeken bezit hij?

¿Cuántos libros tiene?

- Dit zijn onze boeken.
- Hier zijn onze boeken.

Aquí están nuestros libros.

- Ze bezit tweeduizend boeken.
- Ze heeft tweeduizend boeken.

- Ella tiene dos mil libros.
- Ella tiene 2.000 libros.

- Hoeveel boeken bezit je?
- Hoeveel boeken hebben jullie?

¿Cuántos libros tienes?

We boeken vooruitgang.

Y bueno, vamos marchando en eso.

Sluit jullie boeken.

Cierren sus libros.

Boeken fascineren me.

Los libros me fascinan.

Ik download boeken.

- Estoy bajando libros.
- Estoy descargando libros.

Hij schrijft boeken.

- Él escribe libros.
- Escribe libros.

Ik lees boeken.

Leo libros.

- Hij heeft twee boeken geschreven.
- Hij schreef twee boeken.

Él ha escrito dos libros.

- Ze heeft enkele boeken.
- Ze heeft een paar boeken.

Ella tiene algunos libros.

- Ik heb enkele boeken.
- Ik heb een paar boeken.

Tengo unos cuantos libros.

- Jij hebt veel boeken.
- Je hebt een hoop boeken.

Tienes un montón de libros.

- Dat zijn heel oude boeken.
- Dit zijn zeer oude boeken.

Estos son libros muy antiguos.

- Van wie zijn die boeken?
- Van wie zijn deze boeken?

¿De quién son estos libros?

Hoeveel boeken bezit je?

¿Cuántos libros tienes?

Hoeveel boeken hebben jullie?

- ¿Cuántos libros tienes?
- ¿Cuántos libros tiene usted?

Ik kocht veel boeken.

- Compré un montón de libros.
- Compré muchos libros.

Ze leest graag boeken.

Le gusta leer libros.

Ik heb twee boeken.

Tengo dos libros.

Ik lees geen boeken.

No leo libros.

Dat zijn mijn boeken.

- Esos son mis libros.
- Aquéllos son mis libros.

Ik heb veel boeken.

Tengo muchos libros.

Ze heeft tweeduizend boeken.

Ella tiene dos mil libros.

Ik lees graag boeken.

- Me gusta leer libros.
- Me encanta leer libros.

Kies willekeurig drie boeken.

Elige tres libros al azar.

Waar zijn mijn boeken?

¿Dónde están mis libros?

Hij leest graag boeken.

- Le gusta leer libros.
- A él le gusta leer libros.

John verkocht vroeger boeken.

- Juan vendía libros.
- John solía vender libros.

Ze heeft meer boeken.

Ella tiene más libros.

Hoeveel boeken bezit u?

¿Cuántos libros tiene usted?

Hoeveel boeken heeft hij?

¿Cuántos libros tiene?

Hier zijn onze boeken.

Aquí están nuestros libros.

Dit zijn onze boeken.

Estos son nuestros libros.

Ze hebben weinig boeken.

Tienen pocos libros.

Ik heb enkele boeken.

Tengo algunos libros.

Die boeken zijn nieuw.

Estos libros son nuevos.

Jij hebt veel boeken.

Tú tienes muchos libros.

Ik lees vaak boeken.

Con frecuencia leo libros.

Ik hou van boeken.

Me encantan los libros.

Ze heeft enkele boeken.

Ella tiene algunos libros.

De boeken zijn klein.

El libro es pequeño.

Het zijn hun boeken.

Estos son sus libros.

Dit zijn mijn boeken.

Éstos son mis libros.

Heb je twee boeken?

¿Tienes dos libros?

Hebt ge twee boeken?

¿Tienes dos libros?

Ze bezit tweeduizend boeken.

Ella posee dos mil libros.

Hoeveel boeken bezit hij?

¿Cuántos libros tiene?

Tom heeft drieduizend boeken.

Tom tiene tres mil libros.