Translation of "Bezit" in Spanish

0.015 sec.

Examples of using "Bezit" in a sentence and their spanish translations:

Hij bezit geld.

Él tiene dinero.

- Hij bezit veel dure schilderijen.
- Hij bezit veel waardevolle schilderijen.

Él posee muchas pinturas valiosas.

Hoeveel boeken bezit je?

¿Cuántos libros tienes?

Hoeveel boeken bezit u?

¿Cuántos libros tiene usted?

Ik bezit een jacht.

Yo soy dueño de un yate.

Niemand bezit de maan.

Nadie posee la luna.

Zij verloren hun bezit.

Ellos perdieron su propiedad.

Ze bezit tweeduizend boeken.

Ella posee dos mil libros.

Hoeveel boeken bezit hij?

¿Cuántos libros tiene?

De hertog bezit veel land.

- El duque tiene muchas tierras.
- El duque posee muchas tierras.

Hij bezit veel dure schilderijen.

Él posee muchas pinturas valiosas.

Ik bezit maar 10 boeken.

- Yo tengo solamente diez libros.
- Tengo apenas diez libros.
- Solo tengo diez libros.

Tom bezit een gele sportwagen.

Tom tiene un auto deportivo amarillo.

- Hij heeft geld.
- Hij bezit geld.

Él tiene dinero.

Mijn oom bezit een berg geld.

Mi tío posee una montaña de dinero.

Wie niets bezit, heeft niets te verliezen.

Quien no tiene nada, no tiene nada que perder.

Zijn oom bezit niet minder dan tien huizen.

Su tío posee no menos que diez casas.

- Hoeveel boeken heeft hij?
- Hoeveel boeken bezit hij?

¿Cuántos libros tiene?

- Ze bezit tweeduizend boeken.
- Ze heeft tweeduizend boeken.

- Ella tiene dos mil libros.
- Ella tiene 2.000 libros.

- Ik bezit 3 fototoestellen.
- Ik heb drie fototoestellen.

Yo tengo tres cámaras fotográficas.

Portugal heeft het persoonlijk bezit van drugs gedecriminaliseerd.

Portugal ha despenalizado la posesión personal de drogas.

- Hoeveel boeken bezit je?
- Hoeveel boeken hebben jullie?

¿Cuántos libros tienes?

- Niemand bezit de maan.
- De maan is van niemand.

Nadie posee la luna.

- Ik koop het zilver van een man die een mijn bezit.
- Ik koop het zilver van iemand die een mijn bezit.

Le compro la plata a un hombre que posee una mina.

- Hij bezit veel boeken over geschiedenis.
- Hij heeft veel geschiedenisboeken.

- Él tiene muchos libros sobre historia.
- Él tiene muchos libros de historia.

Tom bezit een groot fortuin, maar hij is niet gelukkig.

Tom tiene una gran fortuna pero no es feliz.

Ik koop het zilver van een man die een mijn bezit.

Le compro plata a un hombre que tiene una mina.

Portugal heeft het bezit van verdovende middelen voor persoonlijk gebruik gedecriminaliseerd.

Portugal ha despenalizado la posesión de drogas para propio consumo.

En dat voelt betekenisvoller voor me dan alleen het bezit ervan vandaag.

y eso me parece más significativo que ser simplemente su dueña hoy.

De mens is het enige schepsel dat het vermogen te spreken bezit.

El hombre es el único ser vivo que posee la facultad de hablar.

- Ik bezit 3 fototoestellen.
- Ik heb drie fototoestellen.
- Ik heb drie camera's.

Yo tengo tres cámaras fotográficas.

Niets op de wereld is zo eerlijk verdeeld als het verstand: ieder meent dat hij er genoeg van bezit.

Nada en el mundo está tan bien repartido como el intelecto: todos piensan que tienen suficiente.

Ooit zal er een tijd komen dat Esperanto, gemeenschappelijk bezit geworden van het hele mensdom, zijn karakter van een idee zal verliezen: dan zal het alleen maar een taal worden, men zal er niet meer om strijden, men zal er enkel nut blijven uit halen.

Llegará un día en que el esperanto, habiendo sido hablado por toda la humanidad, perderá su carácter como ideal; entonces se convertirá en una lengua más. Ya no se luchará por ella, solo se le sacará provecho.