Translation of "Zenuwachtig" in Russian

Ben je zenuwachtig?

Ты нервничаешь?

Ze werden zenuwachtig.

Они занервничали.

- Was u nerveus?
- Was u zenuwachtig?
- Waren jullie zenuwachtig?
- Waren julie nerveus?
- Was jij nerveus?
- Was jij zenuwachtig?

- Ты нервничал?
- Вы нервничали?

- Ben je zenuwachtig?
- Ben je nerveus?
- Bent u zenuwachtig?
- Zijn jullie zenuwachtig?
- Bent u nerveus?
- Zijn jullie nerveus?

- Нервничаешь?
- Нервничаете?

- Ik ben ook zenuwachtig.
- Ik ben ook nerveus.
- Ook ik ben zenuwachtig.

Я тоже нервничаю.

Waarom ben je zo zenuwachtig?

Почему ты так нервничаешь?

Ik ben altijd erg zenuwachtig.

Я всегда очень нервный.

Bill is zenuwachtig voor het examen.

Билл нервничает из-за экзамена.

- Ze werden zenuwachtig.
- Ze werden nerveus.

- Они начинают нервничать.
- Они занервничали.

- Ik ben nerveus.
- Ik ben zenuwachtig.

Я нервничаю.

- Tom was nerveus.
- Tom was zenuwachtig.

Том нервничал.

- We zijn nerveus.
- We zijn zenuwachtig.

Мы нервничаем.

- Tom lijkt nerveus.
- Tom lijkt zenuwachtig.

Том, похоже, нервничает.

- Is Tom nerveus?
- Is Tom zenuwachtig?

Том нервничает?

- Ik werd nerveus.
- Ik werd zenuwachtig.

- Я занервничал.
- Я разнервничался.
- Я стал нервным.
- Я начинала нервничать.

- Ik was nerveus.
- Ik was zenuwachtig.

- Я нервничал.
- Я нервничала.

- Je bent te nerveus.
- Je bent te zenuwachtig.
- U bent te nerveus.
- U bent te zenuwachtig.
- Jullie zijn te nerveus.
- Jullie zijn te zenuwachtig.

- Ты слишком нервничаешь.
- Вы слишком нервничаете.

- Je ziet er gespannen uit.
- Je kijkt nerveus.
- Je kijkt zenuwachtig.
- Je ziet er zenuwachtig uit.
- Je ziet er nerveus uit.
- U kijkt zenuwachtig.
- U kijkt nerveus.
- U ziet er zenuwachtig uit.
- U ziet er nerveus uit.
- Jullie zien er zenuwachtig uit.
- Jullie zien er nerveus uit.
- Jullie lijken nerveus.
- Jullie kijken zenuwachtig.
- Jullie kijken nerveus.
- U ziet er gespannen uit.
- Jullie zien er gespannen uit.
- Je lijkt nerveus.
- Je lijkt zenuwachtig.
- U lijkt nerveus.
- U lijkt zenuwachtig.
- Jullie lijken zenuwachtig.

Ты кажешься напряженным.

- Ik was niet nerveus.
- Ik was niet zenuwachtig.

- Я не нервничал.
- Я не переживал.

- Hij was heel zenuwachtig.
- Hij was heel nerveus.

Он очень нервничал.

- Ik ben zo nerveus.
- Ik ben zo zenuwachtig.

Я так нервничаю.

- Tom is ook nerveus.
- Tom is ook zenuwachtig.

Том тоже нервничает.

- Ik ben niet nerveus.
- Ik ben niet zenuwachtig.

Я не нервничаю.

- We zijn allemaal zenuwachtig.
- We zijn allemaal nerveus.

Мы все нервничаем.

- Ik ben heel zenuwachtig.
- Ik ben heel nerveus.

Я очень нервничаю.

- Tom is altijd nerveus.
- Tom is altijd zenuwachtig.

Том постоянно нервничает.

- Tom was heel nerveus.
- Tom was heel zenuwachtig.

Том очень нервничал.

- Ik was zo nerveus.
- Ik was zo zenuwachtig.

Я так нервничал.

- Ik ben nerveus over het resultaat.
- Ik ben zenuwachtig over het resultaat.

Я нервничаю по поводу результата.

- Het maakt me zenuwachtig.
- Het maakt me nerveus.
- Ik word er nerveus van.

Это заставляет меня нервничать.

- Tom was ook zenuwachtig.
- Tom was ook nerveus.
- Tom vond het ook spannend.

Том тоже нервничал.

Ik word altijd een beetje zenuwachtig als ik mijn hand in een gat steek.

Всегда нервничаю, когда засовываю руку в нору.