Translation of "Taart" in Portuguese

0.007 sec.

Examples of using "Taart" in a sentence and their portuguese translations:

Je taart is heerlijk.

- Seu bolo é delicioso.
- Seu bolo está delicioso.

Ik eet graag taart.

- Eu gosto de comer bolo.
- Gosto de comer bolo.

Wilt u wat taart?

- O senhor quer bolo?
- A senhora quer bolo?
- Você quer bolo?

Mary bakt een taart.

A Maria está assando um bolo no forno.

De taart is vers.

A torta está fresca.

De taart is heerlijk.

A torta está deliciosa.

Zal er taart zijn?

Haverá um bolo?

Maria versierde de taart.

Maria decorou o bolo.

Snijd de taart in punten.

Corte a torta em pedaços.

Wil je een stuk taart?

Você quer bolo?

Ik was gek op taart.

Eu adorava bolo.

Mijn moeder maakt een taart.

Minha mãe faz um bolo.

Tom heeft een taart meegebracht.

O Tom trouxe uma torta.

Tom heeft een taart gebakken.

Tom assou uma torta.

Tom liet de taart aanbranden.

Tom queimou o bolo.

Wil er iemand nog wat taart?

Alguém quer mais um pedaço de torta?

Verdeel de taart onder jullie drieën.

- Dividam o bolo entre vocês três.
- Divida o bolo entre vocês três.

We sneden de taart in tweeën.

Nós dividimos a torta em dois.

Uw taart is nog niet op.

Você ainda não comeu a torta.

Help jezelf met de taart, alsjeblieft.

Sirva-se de um pedaço de bolo, por favor.

Ga je dat stuk taart opeten?

Você vai comer esse pedaço de torta?

Ik wil een stuk taart eten.

Quero comer um pedaço de bolo.

Mag ik nog een stuk taart hebben?

Posso pegar outro pedaço de bolo?

Ze verdeelde de taart in vijf stukken.

Ela dividiu o bolo em cinco pedaços.

Ik zag mijn moeder de taart verstoppen.

Vi a minha mãe escondendo o bolo.

Mama is een taart aan het maken.

A mamãe está fazendo um bolo.

Tom haalde de taart uit de oven.

Tom tirou a torta do forno.

Ik weet niet wie de taart heeft gemaakt.

Não sei quem fez o bolo.

Deze taart bevat bloem, melk, eieren en suiker.

Este bolo contém farinha, leite, ovos e açúcar.

- Wil je wat taart?
- Wil je wat cake?

Você quer bolo?

Mijn moeder maakt een taart voor mijn vader.

Minha mãe está fazendo um bolo para o meu pai.

- Ik eet graag taart.
- Ik hou van gebak.

Eu gosto de bolo.

"Wil je nog een stuk taart?" "Ja, graag."

- "Você quer outro pedaço de bolo?" "Sim, por favor."
- "Queres outro pedaço de bolo?" "Sim, por favor."

Ik probeerde een stuk taart en het was heerlijk.

Experimentei um pedaço de bolo e estava delicioso.

Een taart in gelijke stukken snijden is nogal moeilijk.

Cortar um bolo em pedaços iguais é bem difícil.

Tom en Maria aten de hele taart alleen op.

Tom e Mary comeram o bolo inteiro sozinhos.

Als ze geen brood hebben, laat ze dan taart eten!

Se não têm pão, que comam brioches.

Ze is een taart aan het kopen in de bakkerij.

Ela está comprando um bolo na padaria.

Ik ben van plan een taart te bakken voor Maria's verjaardag.

Farei um bolo para o aniversário de Maria.

We hebben meel, suiker en eieren nodig om deze taart te bakken.

Precisamos de farinha, açúcar e ovos para fazer esse bolo.

Zij sneed de taart in 6 stukken en gaf aan elk kind een stuk.

Ela cortou o bolo em seis pedaços e deu um para cada criança.

- Beter brood zonder boter dan taart zonder vrijheid.
- Beter goed brood zonder boter, dan zoete koek zonder vrijheid.
- Vrijheid, blijheid.

Melhor um pão sem manteiga que um bolo doce sem liberdade.

Het is mijn schuld dat de taart is aangebrand. Ik was aan de telefoon en lette niet op de tijd.

O bolo queimou por minha culpa. Eu estava falando ao telefone e não prestei atenção ao tempo.