Translation of "Aanwezig" in Portuguese

0.010 sec.

Examples of using "Aanwezig" in a sentence and their portuguese translations:

- Iedereen was aanwezig.
- Allen waren aanwezig.

Todos estavam presentes.

Wees aanwezig.

Esteja presente.

Tom is aanwezig.

Tom está presente.

Iedereen was aanwezig.

Todos estavam presentes.

Alle kabinetsleden waren aanwezig.

Todos os membros do gabinete estavam presentes.

Veertig mensen waren aanwezig.

Quarenta pessoas estavam presentes.

Er was niemand aanwezig.

Ninguém estava presente.

- Niemand was bij de bijeenkomst aanwezig.
- Niemand was bij de vergadering aanwezig.

Ninguém estava presente na reunião.

Gisteren was er niemand aanwezig.

Não havia ninguém aqui ontem.

Niet alle studenten waren aanwezig.

Nem todos os estudantes estavam presentes.

De vader is nooit aanwezig.

O pai nunca está presente.

- Ik sta erop dat je aanwezig bent.
- Ik sta erop dat u aanwezig bent.

- Eu insisto que você esteja presente.
- Insisto em que estejas presente.

- We waren allemaal aanwezig bij de bijeenkomst.
- We waren allemaal aanwezig bij de vergadering.

- Nós estávamos todos presentes na reunião.
- Nós estávamos todas presentes na reunião.

- Hoeveel mensen waren aanwezig bij de bijeenkomst?
- Hoeveel mensen waren aanwezig bij de vergadering?

- Quanta gente houve na reunião?
- Quantas pessoas estavam presentes na reunião?

- Niemand was aanwezig.
- Er was niemand.

Ninguém estava presente.

Op één na was iedereen aanwezig.

Todos estavam lá, menos um.

Hij is aanwezig op de vergadering.

Ele está presente na reunião.

- Er waren dertig mensen aanwezig bij de bijeenkomst.
- Er waren dertig mensen aanwezig bij de vergadering.

Haviam trinta pessoas presentes na reunião.

Elk lid van de club was aanwezig.

Cada membro do clube estava presente.

Hij was niet aanwezig op de bijeenkomst.

Ele não estava na reunião.

- Veertig mensen waren aanwezig.
- Veertig mensen kwamen.

Quarenta pessoas estavam presentes.

Veel studenten zijn bij de vergadering aanwezig.

Muitos estudantes estão presentes na reunião.

Hoeveel mensen waren er in de vergadering aanwezig?

Quantas pessoas estavam presentes na reunião?

- Er was niemand daar.
- Er was niemand aanwezig.

- Não havia ninguém lá.
- Não tinha nada aí.

Ze waren beiden niet aanwezig op de vergadering.

Nenhum dos dois compareceu à reunião.

- Er was niemand aanwezig.
- Er was daar niemand.

Não havia ninguém lá.

Hij was een week lang niet aanwezig op school.

Ele faltou à escola por uma semana.

Ik zou het hem gevraagd hebben, maar hij was niet aanwezig.

Tê-lo-ia perguntado, mas ele não estava presente.

- Er was niemand daar.
- Er was niemand aanwezig.
- Er was daar niemand.

- Não havia ninguém lá.
- Não estava ninguém lá.

Ik kon niet aanwezig zijn op het feest omdat ik ziek was.

- Não pude assistir àquela festa porque estava doente.
- Não pude assistir a essa festa porque estava doente.

- Ik sta op uw aanwezigheid.
- Ik sta erop dat u aanwezig bent.

Eu insisto que você esteja presente.

U kunt niet tegelijkertijd ongelukkig en volledig aanwezig in het Nu zijn.

Você não pode estar ao mesmo tempo infeliz e completamente presente no Agora.

Maar zijn lot is geen vredig einde. Er is een nachtelijke moordenaar aanwezig.

Mas não está destinado a um fim pacífico. Há um predador noturno no solo.