Translation of "Aangekomen" in Portuguese

0.006 sec.

Examples of using "Aangekomen" in a sentence and their portuguese translations:

- Wanneer zijt ge aangekomen?
- Wanneer ben je aangekomen?

Quando você chegou?

Ik ben aangekomen.

Ganhei peso.

We zijn aangekomen.

- Chegamos.
- Nós chegamos.
- Já chegamos.
- Nós já chegamos.

Is het aangekomen?

- Ele chegou?
- Ela chegou?
- Chegou?

Ze is aangekomen.

Ela chegou.

Hij is aangekomen.

Chegou.

Die meiden zijn aangekomen.

Aquelas meninas chegaram.

Hij is uiteindelijk aangekomen.

- Ele chegou, por fim.
- Ele finalmente chegou!

Tom is net aangekomen.

Tom acabou de chegar.

Ze zijn zojuist aangekomen.

Eles acabam de chegar.

Ik ben net aangekomen.

- Acabei de chegar
- Acabei de chegar.
- Eu acabei de chegar.

Is hij al aangekomen?

Ele já chegou?

Tom is gisteren aangekomen.

O Tom chegou ontem.

Tom is eindelijk aangekomen.

Tom finalmente chegou.

Wanneer ben je aangekomen?

Quando você chegou?

Ik ben goed aangekomen.

Cheguei bem.

Je bent aangekomen, hè?

Você engordou, não é verdade?

Tom is als laatste aangekomen.

Tom chegou por último.

Tom is nog niet aangekomen.

Tom ainda não chegou.

Ik ben hier gisteravond aangekomen.

- Eu cheguei aqui noite passada.
- Cheguei aqui noite passada.

Iedereen is aangekomen, behalve John.

- Chegaram todos menos John.
- Todo mundo chegou, menos John.

Ik ben drie kilo aangekomen.

Engordei três quilos.

Ik ben hier net aangekomen.

Eu acabei de chegar aqui.

Wij zijn hier vannacht aangekomen.

- Chegamos aqui ontem à noite.
- Chegamos aqui na noite passada.
- Nós chegamos aqui ontem à noite.
- Nós chegamos aqui na noite passada.

Ik ben een beetje aangekomen.

- Eu ganhei um pouquinho de peso.
- Eu engordei um pouquinho.

We zijn op de klif aangekomen.

Cheguei ao topo do penhasco.

De trein is hier net aangekomen.

O trem acabou de chegar aqui.

Ik ben er te vroeg aangekomen.

- Eu cheguei lá cedo demais.
- Cheguei lá cedo demais.

- Tom is er.
- Tom is aangekomen.

- Tom chegou.
- O Tom chegou.

Hij is nog niet aangekomen zeker?

Ele ainda não chegou, não é?

Tom is al in Boston aangekomen.

Tom já chegou em Boston.

- Samantha is aangekomen.
- Samantha is er.

- Samantha chegou.
- A Samantha chegou.

Hij is hier tien minuten geleden aangekomen.

Ele chegou aqui dez minutos antes.

Ik ben pas aangekomen in het station.

Acabei de chegar à estação.

Zonder moeilijkheden was ik in Italië aangekomen.

Chegara à Itália sem dificuldade.

Tom is de laatste tijd veel aangekomen.

Tom ganhou muito peso ultimamente.

Ik ben rond half drie in Kobe aangekomen.

Eu cheguei em Kobe por volta das duas e meia.

- Ik ben gisteren aangekomen.
- Ik kwam gisteren aan.

Cheguei ontem.

Mijn ouders zijn net op het station aangekomen.

Meus pais acabam de chegar à estação.

Hij zei dat hij daar 's ochtends was aangekomen.

Ele disse que chegou lá de manhã.

In het zuidelijk halfrond is de zomer eindelijk aangekomen.

Finalmente chegou o verão no Hemisfério Sul.

Eenmaal op het station aangekomen, belde ik mijn vriend op.

Chegando à estação, liguei para um amigo meu.

- Jim is nog niet aangekomen.
- Jim is er nog niet.

Jim ainda não chegou.

- Ik ben dikker geworden.
- Ik ben aangekomen.
- Ik ben zwaarder geworden.

Ganhei peso.

Je bent een beetje aangekomen, maar dat staat je niet slecht.

- Você engordou um pouquinho, mas isso não lhe fez mal.
- Engordaste um pouquinho, mas isso não te fez mal.

- Ik ben later dan gewoonlijk gearriveerd.
- Ik ben later dan gebruikelijk aangekomen.

Eu cheguei mais atrasado do que o habitual.

- Ik weet niet wanneer Bob naar Japan gekomen is.
- Ik weet niet wanneer Bob in Japan aangekomen is.

Eu não sei quando Bob veio para o Japão.

- Eenmaal op het station aangekomen, belde ik mijn vriend op.
- Bij aankomst op het station, belde ik mijn vriend op.

Chegando à estação, liguei para um amigo meu.

- Hij is er nog niet. Hij heeft vast de bus gemist.
- Hij is nog niet aangekomen. Hij heeft vast de bus gemist.

Ele ainda não chegou. Ele deve ter perdido o ônibus.