Translation of "Brief" in Polish

0.007 sec.

Examples of using "Brief" in a sentence and their polish translations:

- Schrijf je een brief?
- Schrijft ge een brief?

Piszesz list?

- Ik heb een brief gelezen.
- Ik las een brief.

Czytałam list.

- Hij heeft een brief geschreven.
- Hij schreef een brief.

On napisał list.

Schrijft ge een brief?

Piszesz list?

Ik schrijf geen brief.

Nie piszę listu.

- Ik schrijf een brief.
- Ik ben een brief aan het schrijven.

Piszę list.

- Zij scheurde zijn brief in vele stukjes.
- Zij verscheurde zijn brief.

Podarła jego list na kawałki.

- Ik heb gisteren je brief gekregen.
- Ik heb gisteren uw brief gekregen.

Otrzymałem pański list wczoraj.

De brief zal morgen aankomen.

List przyjdzie jutro.

Waar gaat de brief over?

O czym jest ten list?

Hij zal een brief schrijven.

On będzie pisał list.

Wie heeft een brief geschreven?

Kto napisał list?

Wie heeft deze brief geschreven?

Kto napisał ten list?

Heb je haar brief gekregen?

- Dostałeś od niej list?
- Dostałaś jej list?

Ik moet een brief schrijven.

- Mam list do napisania.
- Muszę napisać list.

Ik heb een brief geschreven.

Napisałem list.

Moet ik een brief schrijven?

Czy muszę pisać list?

Het was een lange brief.

To był długi list.

Hij heeft een brief geschreven.

Napisał list.

Zij heeft een brief geschreven.

Ona napisała list.

Snel opende ze de brief.

Otworzyła szybko list.

Heb je mijn brief gekregen?

Dostałeś mój list?

- Alleen hij heeft die brief gelezen.
- Hij heeft als enige deze brief gelezen.

- Tylko on przeczytał list.
- Tylko on przeczytał ten list.

- We hebben je brief pas gisteren ontvangen.
- We hebben uw brief gisteren pas ontvangen.

Otrzymałem pański list dopiero wczoraj.

Hier is een brief voor jou.

To list do ciebie.

Mijn grootmoeder postte de brief vanmorgen.

Moja babcia wysłała dziś rano list.

Het is een heel vreemde brief.

To bardzo dziwny list.

Ik heb haar brief gisteren ontvangen.

Wczoraj otrzymałem jej list.

Ik heb deze brief niet geschreven.

Nie napisałem tego listu.

Ik heb gisteren uw brief gekregen.

- Otrzymałem pański list wczoraj.
- Wczoraj otrzymałem Państwa list.

Ik heb Jim een brief geschreven.

Napisałem list do Jima.

Tom liet me Mary's brief zien.

Tom dał Mary zobaczyć list.

Ze heeft me geen brief gestuurd

Ona nie wysłała mi żadnego listu.

Dit is een heel vreemde brief.

To bardzo dziwny list.

Ik schreef haar een lange brief.

Napisałem do niej długi list.

Gisteren heeft hij een brief geschreven.

Napisał wczoraj list.

Hier is een brief voor je.

List dla ciebie.

Hij is bezig een brief te schrijven.

Jest zajęty pisaniem listu.

Ik schreef haar elke dag een brief.

Pisałem do niej listy codziennie.

Ik heb een brief van haar ontvangen.

Dostałem od niej list.

Is Jimmy een brief aan het schrijven?

Czy Jimmy pisze list?

Kan u deze brief naar Japan versturen?

Mogłaby pani wysłać ten list do Japonii.

Ik schreef een brief in het Frans.

Napisałem list po francusku.

Niemand heeft hem ooit een brief geschreven.

Nikt nigdy nie napisał do niego listu.

We hebben uw brief gisteren pas ontvangen.

Dopiero wczoraj dostaliśmy list od ciebie.

Het is niet nodig deze brief te beantwoorden.

Nie ma potrzeby odpowiadania na ten list.

Ze is nu een brief aan het schrijven.

Ona właśnie pisze list.

Ik heb geen enkele brief van haar gekregen.

Nie dostałem od niej ani jednego listu.

Ik heb een brief geschreven in het Engels.

Napisałem list po angielsku.

- Hij ging naar het postkantoor om de brief te verzenden.
- Hij ging naar het postkantoor om de brief te versturen.

Poszedł na pocztę, by nadać list.

Tom is een brief aan Mary aan het schrijven.

Tom pisze list do Mary.

Hij ging naar het postkantoor om de brief te versturen.

Poszedł na pocztę, aby wrzucić list.

Ik was een brief aan het schrijven toen hij kwam.

Kiedy przyszedł, pisałem list.

Zou u me die brief per e-mail kunnen toesturen?

Mógłby pan wysłać mi ten list mailem?

Ik ben van plan om Judy een brief te schrijven.

Planuję napisać list do Judy.

Hij was de hele dag op zoek naar een brief.

Przez cały dzień szukał listu.

Hij weet niet hoe men een brief in 't Engels schrijft.

On nie wie, jak napisać list po angielsku.

De vraag is of hij de brief zal lezen of niet.

Pytanie, czy przeczyta ten list czy nie.

Ik heb haar gevraagd vier kopieën van de brief te maken.

Poprosiłem ją o zrobienie czterech kopii tego listu.

Ik ben van plan om een brief te schrijven naar Judy.

Mam w planach napisać list do Judy.

Vorige week heb ik u een brief gestuurd en vandaag stuur ik u er nog één.

Wysłałem ci list w zeszłym tygodniu i wyślę ci jeszcze jeden dzisiaj.