Translation of "Vier" in German

Nummer vier:

Viertens:

Vier mannen zingen.

Vier Männer singen.

- Vier maal vijf is twintig.
- Vier keer vijf is twintig.

Vier mal fünf ist zwanzig.

- Vier keer drie is twaalf.
- Vier maal drie is twaalf.

Vier mal drei ist gleich zwölf.

- Twee maal twee is vier.
- Twee keer twee is vier.

- Zwei mal zwei ist vier.
- Zwei mal zwei macht vier.

Ze heeft vier dochters, en ze zijn alle vier mooi.

Sie hat vier Töchter, und sie sind alle vier hübsch.

Het is half vier.

- Es ist drei Uhr dreißig.
- Es ist halb vier.

Hij spreekt vier talen.

Er spricht vier Sprachen.

Ze heeft er vier.

Sie hat vier davon.

De klok slaat vier.

Die Uhr schlägt vier.

Jorge spreekt vier talen.

Jorge spricht vier Sprachen.

Ik heb vier kinderen.

Ich habe vier Kinder.

Dan nam vier slaappillen.

Dan nahm vier Schlaftabletten.

Tom bezocht vier landen.

Tom besuchte vier Länder.

Ik heb vier broers.

Ich habe vier Brüder.

Het is vier uur.

Es ist vier Uhr.

Je hebt vier honden.

Du hast vier Hunde.

López heeft vier broers.

López hat vier Brüder.

Maria heeft vier broers.

Maria hat vier Brüder.

Het regende vier dagen.

Der Regen hielt vier Tage an.

Vandaag wil ik graag vier fases, of vier stappen, met jullie delen,

Ich möchte gerne mit euch heute vier Stufen oder vier Schritte teilen,

- Twee plus twee is vier.
- Twee plus twee is gelijk aan vier.

- Zwei plus zwei gibt vier.
- Zwei und zwei macht vier.
- Zwei plus zwei ergibt vier.

Een hond heeft vier poten.

- Ein Hund hat vier Pfoten.
- Ein Hund hat vier Beine.

Het regende gedurende vier dagen.

Der Regen hielt vier Tage an.

Meneer Brown heeft vier kinderen.

Herr Braun hat vier Kinder.

Een tafel heeft vier poten.

Ein Tisch hat vier Beine.

Twee maal twee is vier.

- Zwei mal zwei ist vier.
- Zwei mal zwei macht vier.

„Bijna vier pond,” zegt Bob.

- "Ungefähr 4 Pfund", sagt Bob.
- „Fast vier Pfund“, sagt Bob.

Drie keer vier is twaalf.

Drei mal vier ist zwölf.

Mijn moeder heeft vier broers.

Meine Mutter hat vier Brüder.

Hoeveel is vier maal zes?

Wie viel ist vier mal sechs?

Jorge kan vier talen spreken.

Jorge spricht vier Sprachen.

Voor vier uur geen bier!

Kein Bier vor vier!

Vandaag word ik vier jaar.

Heute werde ich vier.

Twee plus twee is vier.

- Zwei plus zwei ist vier.
- Zwei plus zwei gibt vier.
- Zwei und zwei macht vier.
- Zwei plus zwei ergibt vier.

Zeven min vier is drie.

Sieben minus vier sind drei.

Het huis heeft vier kamers.

Das Haus hat vier Zimmer.

Driehoeken hebben geen vier hoeken.

Dreiecke haben keine vier Ecken.

Vier keer vijf is twintig.

Vier mal fünf ist zwanzig.

Tom sliep maar vier uur.

Tom schlief nur vier Stunden.

"Ongeveer vier pond", zegt Bob.

"Ungefähr 4 Pfund", sagt Bob.

Het sneeuwde gedurende vier dagen.

- Es schneite vier Tage lang.
- Es hat vier Tage lang geschneit.

Een maand heeft vier weken.

Ein Monat hat vier Wochen.

- Tot vier uur zal ik bezig zijn.
- Tot vier uur ben ik bezig.

Bis um vier bin ich noch beschäftigt.

Voor een gesprek onder vier ogen heb je ook vier luisterende oren nodig.

Ein Zwiegespräch setzt vier aufmerksame Ohren voraus.

- Volgens mijn uurwerk is het vier uur.
- Volgens mijn horloge is het vier uur.

Nach meiner Uhr ist es vier.

Aan een dollarwaarde van vier biljoen.

ist das potentiell ein Wert von vier Billionen Dollar.

Koop vier grote aardappelen voor me.

- Kaufe vier dicke Kartoffeln für mich.
- Kaufe mir vier dicke Kartoffeln.

Mijn vader stierf vier jaar geleden.

Mein Vater ist vor vier Jahren gestorben.

Mijn gezin bestaat uit vier personen.

Meine Familie besteht aus vier Personen.

In Japan zijn er vier seizoenen.

In Japan gibt es vier Jahreszeiten.

Mijn zoon wordt vandaag vier jaar.

Heute wird mein Sohn vier Jahre alt.

Vandaag word je vier jaar oud.

Heute wirst du vier Jahre alt.