Translation of "Mooi" in English

- Mooi pak.
- Mooi kostuum.

- Nice suit.
- Nice costume.

Mooi.

Alright.

Mooi!

Pretty!

- Ge zijt mooi.
- Jij bent mooi.
- Jullie zijn mooi.
- Je bent mooi.

- You are beautiful.
- You're beautiful.

- Jij bent mooi.
- Jullie zijn mooi.
- Je bent mooi.

- You are beautiful.
- You're beautiful.

- Ge zijt mooi.
- Jij bent mooi.
- Je bent mooi.

- You are beautiful.
- You're pretty.

- Ge zijt mooi.
- Jij bent mooi.

- You are beautiful.
- You're beautiful.
- You're pretty.
- You are handsome.

- Jij bent mooi.
- Je bent mooi.

- You are beautiful.
- You're beautiful.
- You're pretty.

Zo mooi!

It's so beautiful.

Wat mooi!

How beautiful!

Mooi begin.

Beautiful start.

Mooi hè?

Pretty, isn't it?

Mooi pak.

Nice suit.

Mooi kostuum.

Nice costume.

Mooi kapsel.

Nice haircut.

- Jouw handen zijn mooi.
- Uw handen zijn mooi.
- Jullie handen zijn mooi.

Your hands are pretty.

- Deze bril is mooi.
- Deze brillen zijn mooi.

These glasses are beautiful.

Dat is mooi, en dit is ook mooi.

This is beautiful, and that is also beautiful.

- Ge zijt heel mooi.
- Je bent heel mooi.

- You are very beautiful.
- You're really pretty.
- You're very beautiful.

- Het is mooi weer.
- Het weer is mooi.

It's beautiful out.

Ik ben mooi.

I am handsome.

Zij is mooi.

- She is beautiful.
- She's beautiful.
- She's pretty.

Het is mooi.

- That is beautiful.
- It's beautiful.
- That's beautiful.

Laurie is mooi.

Laurie is beautiful.

Die zijn mooi.

Those are nice.

Maria is mooi.

Mary is beautiful.

Vrouwen zijn mooi.

Women are beautiful.

- Mooi zo!
- Bravo!

Chapeau!

Mooi weer, nietwaar?

Beautiful weather, isn't it?

Jullie zijn mooi.

- You are beautiful.
- You're beautiful.
- You're pretty.

Jij bent mooi.

- You are beautiful.
- You're beautiful.
- You're handsome.
- You are handsome.

Ben ik mooi?

- Am I handsome?
- I am handsome?

Tom zingt mooi.

Tom sings beautifully.

Sterren zijn mooi.

Stars are beautiful.

Je bent mooi.

- You're beautiful.
- You're pretty.

Mooi weer, toch?

Great weather, isn't it?

Vlinders zijn mooi.

Butterflies are pretty.

Duitsland is mooi.

Germany is beautiful.

Ze zijn mooi.

You're cute.

Is ze mooi?

Is she beautiful?

- Het is mooi weer.
- Het is mooi weer buiten.

It's beautiful out.

- Je hebt een mooi huis.
- U heeft een mooi huis.
- Jullie hebben een mooi huis.

You have a beautiful house.

- Jouw jas is heel mooi.
- Je mantel is heel mooi.

Your coat is very beautiful.

- Deze vlag is heel mooi.
- Deze vlag is erg mooi.

- This flag is very beautiful.
- That flag is very nice.

- Geen van beide is mooi.
- Geen van beiden is mooi.

Neither is beautiful.

- Het is mooi weer vandaag.
- Vandaag is het mooi weer.

- Today the weather is nice.
- The weather is beautiful today.

- Jouw dochter is zeer mooi.
- Je dochter is heel mooi.

Your daughter is very pretty.

Het is zo mooi.

It's so beautiful.

Tom vond Mary mooi.

- Tom thought Mary was beautiful.
- Tom thought that Mary was beautiful.

Wat zingt ze mooi!

How well she is singing!

Dat kasteel is mooi.

- That castle is beautiful.
- The castle is beautiful.
- This castle is beautiful.

Wat een mooi uitzicht!

- What a beautiful view!
- What a beautiful view.

Roze rozen zijn mooi.

Pink roses are beautiful.