Translation of "Mooi" in German

Mooi.

Alles klar.

Mooi!

- Wie hübsch!
- Hübsch!

- Ge zijt mooi.
- Jij bent mooi.
- Jullie zijn mooi.
- Je bent mooi.

- Du bist schön.
- Sie sind schön.

- Jij bent mooi.
- Jullie zijn mooi.
- Je bent mooi.

Sie sind schön.

- Ge zijt mooi.
- Jij bent mooi.
- Je bent mooi.

Du bist schön.

- Ge zijt mooi.
- Jij bent mooi.

Du bist schön.

- Jij bent mooi.
- Je bent mooi.

- Du bist schön.
- Du bist hübsch.

Wat mooi!

Wie schön!

Mooi pak.

Ein schickes Kostüm.

Mooi kostuum.

Ein schickes Kostüm.

- Deze bril is mooi.
- Deze brillen zijn mooi.

- Diese Brillen sind schön.
- Diese Gläser sind schön.
- Diese Brille ist schön.

Dat is mooi, en dit is ook mooi.

- Dies ist schön und das da auch.
- Dieses ist schön und jenes ebenfalls.

- Ge zijt heel mooi.
- Je bent heel mooi.

Du bist sehr schön.

- Het is mooi weer.
- Het weer is mooi.

Das Wetter ist schön.

Ik ben mooi.

Ich bin schön.

Zij is mooi.

Sie ist schön.

Vrouwen zijn mooi.

Frauen sind schön.

Het is mooi.

Das ist schön.

Laurie is mooi.

Laurie ist hübsch.

Maria is mooi.

Maria ist schön.

- Mooi zo!
- Bravo!

Gut gemacht!

Mooi weer, nietwaar?

Schönes Wetter, oder?

Jullie zijn mooi.

Ihr seid schön.

Jij bent mooi.

Du bist schön.

Tom zingt mooi.

Tom singt wunderschön.

Mooi weer, toch?

Schönes Wetter, nicht wahr?

Sterren zijn mooi.

Sterne sind schön.

Vlinders zijn mooi.

Schmetterlinge sind schön.

Duitsland is mooi.

Deutschland ist schön.

Beieren is mooi.

Bayern ist schön.

Is ze mooi?

Ist sie schön?

- Het is mooi weer.
- Het is mooi weer buiten.

Das Wetter ist schön.

- Je hebt een mooi huis.
- U heeft een mooi huis.
- Jullie hebben een mooi huis.

- Du hast ein schönes Haus.
- Ihr habt ein schönes Haus.
- Sie haben ein schönes Haus.

- Jouw jas is heel mooi.
- Je mantel is heel mooi.

- Dein Mantel ist sehr schön.
- Ihr Mantel ist sehr schön.

- Deze vlag is heel mooi.
- Deze vlag is erg mooi.

Diese Fahne ist sehr schön.

- Het is mooi weer vandaag.
- Vandaag is het mooi weer.

- Heute ist schönes Wetter.
- Heute ist ein schönes Wetter.

Wat zingt ze mooi!

Wie gut sie singt!

Dat kasteel is mooi.

Dieses Schloss ist schön.

Wat een mooi uitzicht!

- Was für eine schöne Aussicht!
- Welch schöner Ausblick!

Roze rozen zijn mooi.

Pinke Rosen sind schön.

Het kasteel is mooi.

Das Schloss ist schön.

Wat ben je mooi!

Wie schön du bist!

Mijn moeder is mooi.

Meine Mutter ist schön.

Wat een mooi weer!

- Was für ein herrliches Wetter!
- Welch ein herrliches Wetter!

Wat een mooi kleed!

Tolles Kleid!

De vrouw is mooi.

Die Frau ist schön.

Die bloemen zijn mooi.

Diese Blumen sind schön.

Dit kasteel is mooi.

- Dieses Schloß ist schön.
- Dieses Schloss ist schön.

Deze roos is mooi.

Diese Rose ist schön.

Alle vrouwen zijn mooi.

Alle Frauen sind schön.

Het meisje is mooi.

Das Mädchen ist schön.

Uw dochters zijn mooi.

Deine Töchter sind schön.