Translation of "Twaalf" in German

- Hij heeft twaalf zoons.
- Hij heeft twaalf kinderen.

- Er hat zwölf Söhne.
- Er hat zwölf Kinder.

- Ik ben twaalf jaar oud.
- Ik ben twaalf jaar.

- Ich bin zwölf Jahre alt.
- Ich bin 12 Jahre alt.

- Vier keer drie is twaalf.
- Vier maal drie is twaalf.

Vier mal drei ist gleich zwölf.

Hij heeft twaalf zoons.

Er hat zwölf Söhne.

Hij heeft twaalf kinderen.

Er hat zwölf Kinder.

Het is twaalf uur.

Es ist zwölf Uhr.

Een jaar heeft twaalf maanden.

Ein Jahr hat zwölf Monate.

Drie keer vier is twaalf.

Drei mal vier ist zwölf.

Het is bijna half twaalf.

- Es ist fast halb zwölf.
- Es ist fast elf Uhr dreißig.

Ik ben twaalf jaar oud.

Ich bin 12 Jahre alt.

Eieren worden per twaalf verkocht.

Eier werden im Dutzend verkauft.

Ieder jaar heeft twaalf maanden.

Jedes Jahr hat zwölf Monate.

- Ik zat twaalf uur op de trein.
- Ik zat twaalf uur in de trein.

- Ich habe zwölf Stunden im Zug verbracht.
- Ich war zwölf Stunden in dem Zug.

Het comité bestaat uit twaalf leden.

Das Komitee besteht aus zwölf Mitgliedern.

Op de verjaardagstaart staan twaalf kaarsjes.

Auf dem Geburtstagskuchen sind 12 Kerzen.

De twaalf sterren op de vlag van de Europese Unie symboliseren niet de twaalf oprichters van de unie. Ze symboliseren de twaalf apostelen.

Die zwölf Sterne in der Flagge der Europäischen Union symbolisieren nicht die zwölf Gründungsmitglieder der Union. Sie symbolisieren die Zwölf Apostel.

- Ik zat twaalf uur op de trein.
- Ik heb twaalf uur in de trein doorgebracht.

- Ich habe zwölf Stunden im Zug verbracht.
- Ich war 12 Stunden im Zug.
- Ich war zwölf Stunden in dem Zug.

Ik heb het gekocht voor twaalf dollar.

Ich habe das für zwölf Dollar gekauft.

Ze is net twaalf jaar oud geworden.

Sie ist gerade zwölf geworden.

Ik kocht het voor ongeveer twaalf dollar.

- Ich habe es für ungefähr zwölf Dollar gekauft.
- Ich habe ihn für ungefähr zwölf Dollar gekauft.
- Ich habe sie für ungefähr zwölf Dollar gekauft.

Tom sliep twaalf uur aan één stuk.

Tom schlief zwölf Stunden am Stück.

Ik zat twaalf uur op de trein.

Ich war 12 Stunden im Zug.

- Het is middag.
- Het is twaalf uur.

- Es ist Mittag.
- Es ist zwölf Uhr.

Twaalf jaar is oud voor een hond.

Zwölf Jahre sind alt für einen Hund.

Ik heb twaalf uur in de trein doorgebracht.

- Ich habe zwölf Stunden im Zug verbracht.
- Ich war 12 Stunden im Zug.

Hij kan honderd meter lopen in twaalf seconden.

Er kann 100 Meter in zwölf Sekunden laufen.

Exact om twaalf uur begon de voorspelde regen.

Pünktlich um zwölf Uhr setzte der vorhergesagte Regen ein.

"Hoe oud is ze?" "Ze is twaalf jaar oud."

"Wie alt ist sie?" - "Sie ist zwölf Jahre alt."

Lijn twaalf heeft een halte dicht bij het operagebouw.

Die Linie 12 hält in der Nähe des Opernhauses.

Ik verwijs naar ons telefonisch onderhoud van twaalf april.

Ich beziehe mich auf unser Telefongespräch vom 12.4.

De groep mag niet groter zijn dan twaalf personen.

Die Gruppenstärke sollte zwölf Personen nicht überschreiten.

We hebben de waren gekocht aan drie dollar voor twaalf.

Wir kauften die Waren für drei Dollar das Dutzend.

We zouden er om twaalf uur 's middags moeten zijn.

Wir sollten bis zum Mittag da sein.

Tien, elf, twaalf, dertien, veertien, vijftien, zestien, zeventien, achttien, negentien, twintig.

Zehn, elf, zwölf, dreizehn, vierzehn, fünfzehn, sechzehn, siebzehn, achtzehn, neunzehn, zwanzig.

Mijn broer was twaalf jaar toen hij zich voor volksliederen begon te interesseren.

Mein Bruder war zwölf, als er begann, sich für Volkslieder zu interessieren.

- In het jaar tweeduizend en twaalf bedroeg de wereldproductie van vlees driehonderd miljoen ton.
- In het jaar tweeduizend en twaalf steeg de wereldproductie van vlees tot driehonderd miljoen ton.

Im Jahr zweitausendzwölf umfasste die Fleischproduktion der Welt dreihundert Millionen Tonnen.

In het jaar tweeduizend en twaalf steeg de wereldproductie van vlees tot driehonderd miljoen ton.

Im Jahr zweitausendzwölf umfasste die Fleischproduktion der Welt dreihundert Millionen Tonnen.

Het is zes uur wanneer de grote wijzer op de twaalf staat en de kleine op de zes.

Sechs Uhr ist es, wenn der große Zeiger auf der Zwölf und der kleine Zeiger auf der Sechs steht.

Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december zijn de twaalf maanden van het jaar.

Januar, Februar, März, April, Mai, Juni, Juli, August, September, Oktober, November und Dezember sind die zwölf Monate eines Jahres.

Een jaar of twaalf, vijftien geleden woonde in de stad, in een particulier huis aan de hoofdstraat, ambtenaar Gromov, een betrouwbaar en vermogend man.

Vor zwölf, fünfzehn Jahren wohnte in der Stadt in einem Privathaus in der Hauptstrasse der Beamte Gromov, ein rechtschaffener und reicher Mann.

Archeologen vonden een ruïne van een oude stad met een oppervlakte van twaalf vierkante kilometer en groeven er een groot aantal voorwerpen op uit brons, jade en goud.

Archäologen haben die Ruinen einer antiken Stadt mit einer Fläche von zwölf Quadratkilometern entdeckt und eine große Zahl von Objekten aus Bronze, Jade und Gold geborgen.