Translation of "Thee" in German

- U drinkt thee.
- Jij drinkt thee.

Du trinkst Tee.

- Drink wat thee.
- Neem wat thee.

Nimm dir Tee!

Deze thee noemt men groene thee.

Dieser Tee nennt sich grüner Tee.

Thee, alstublieft.

Tee bitte.

- Ik hou van thee.
- Ik lust thee.

Ich mag Tee.

- Ik maakte thee.
- Ik heb thee gemaakt.

- Ich habe Tee gemacht.
- Ich machte Tee.

- Wil je wat thee?
- Wil je thee?

- Möchtest du Tee?
- Willst du Tee?
- Möchtet ihr Tee?
- Möchten Sie Tee?

- Dit is lekkere thee.
- Deze thee smaakt goed.
- Deze thee is goed.

- Dieser Tee schmeckt gut.
- Dieser Tee ist gut.

- Hou je van thee?
- Houdt u van thee?
- Houden jullie van thee?

- Mögen Sie Tee?
- Magst du Tee?

- De thee is heet.
- De thee is warm.

- Der Tee ist heiß.
- Der Tee ist warm.

Jij drinkt thee.

Du trinkst Tee.

Drink alsjeblieft thee.

Trinkt bitte Tee!

Drink je thee?

Trinkst du Tee?

Thee zonder ijs.

Tee ohne Eis.

Drink wat thee.

- Trink ein bisschen Tee.
- Trinken Sie ein bisschen Tee.
- Trinkt ein bisschen Tee.

Koffie of thee?

Kaffee oder Tee?

Breng onmiddellijk thee!

Bringen Sie sofort Tee!

Hij maakt thee.

Er macht gerade Tee.

Wil je thee?

Willst du Tee?

Ik drink thee.

Ich trinke Tee.

Ze drinkt thee.

Sie trinkt Tee.

We drinken thee.

Wir trinken Tee.

Tom drinkt thee.

Tom trinkt Tee.

- Zij is thee aan het drinken.
- Zij drinkt thee.

Sie trinkt gerade Tee.

- Hij is thee aan het drinken.
- Hij drinkt thee.

Er trinkt Tee.

- Ik dronk gisteren thee.
- Ik heb gisteren thee gedronken.

Ich habe gestern Tee getrunken.

- Tom drinkt thee.
- Tom is thee aan het drinken.

- Tom trinkt gerade Tee.
- Tom trinkt Tee.

- Dat lijkt op thee.
- Dat ziet eruit als thee.

Das sieht wie Tee aus.

- Ik drink thee.
- Ik ben thee aan het drinken.

Ich trinke Tee.

- Drink je thee of koffie?
- Drinkt u thee of koffie?

- Trinken Sie Tee oder Kaffee?
- Trinkst du Tee oder Kaffee?

- Wilt u thee of koffie?
- Willen jullie thee of koffie?

Wollt ihr Tee oder Kaffee?

Hij houdt van thee.

- Er liebt Tee.
- Sie mag Tee.

Het meisje drinkt thee.

Das Mädchen trinkt Tee.

Wiens thee is dit?

Wessen Tee ist das?

Waar is mijn thee?

- Wo ist mein Tee?
- Wo bleibt mein Tee?

Wie wil er thee?

Wer will Tee?

Ik drink vaak thee.

Ich trinke oft Tee.

Mag ik wat thee?

Könnte ich Tee bekommen?

Dat smaakt naar thee.

Dies schmeckt wie Tee.

Echte mannen drinken thee.

- Wahre Männer trinken Tee.
- Richtige Männer trinken Tee.

Deze thee is heet.

- Dieser Tee ist sehr heiß.
- Dieser Tee ist kochendheiß.

Deze thee is goed.

Dieser Tee ist gut.

Ik hou van thee.

Ich liebe Tee.

Tom houdt van thee.

Tom liebt Tee.

Deze thee ruikt lekker.

Dieser Tee duftet gut.

Ik drink ook thee.

Ich trinke auch Tee.

De thee is warm.

Der Tee ist heiß.

Deze thee smaakt goed.

Dieser Tee schmeckt gut.

De thee is heet.

Der Tee ist heiß.

Hou je van thee?

Magst du den Tee?

Ik heb thee gemaakt.

Ich habe Tee gemacht.

- Wilt u thee of koffie?
- Willen jullie thee of koffie?
- Welke heb je liever, thee of koffie?

- Was mögt ihr lieber, Tee oder Kaffee?
- Wollt ihr Tee oder Kaffee?

- Wilt u nog een beetje thee?
- Wil je nog wat thee?

Möchtet ihr noch etwas Tee?

- Wil je nog een kopje thee?
- Wilt u nog een kopje thee?

Möchten Sie noch eine Tasse Tee?

- Ik ben thee aan het zetten.
- Ik ben thee aan het maken.

Ich bereite den Tee.

Hij houdt van zoete thee.

Er trinkt gerne süßen Tee.

Willen jullie thee of koffie?

- Wollt ihr Tee oder Kaffee?
- Möchten Sie Tee oder Kaffee?

Thee werd geïntroduceerd vanuit China.

Tee wurde aus China eingeführt.

Een thee met citroen, alstublieft.

Einen Tee mit Zitrone, bitte.

We importeren thee uit India.

Wir importieren Tee aus Indien.

Ze maakte thee voor me.

Sie machte mir Tee.

Drink je thee of koffie?

Trinkst du Tee oder Kaffee?

Wil je een kopje thee?

Möchten Sie eine Tasse Tee?

We hebben geen thee meer.

- Wir haben keinen Tee mehr.
- Uns ist der Tee ausgegangen.

Deze thee is te zoet.

Dieser Tee ist zu süß.

De thee is kokend heet.

Der Tee ist kochend heiß.