Translation of "Schiet" in German

Schiet!

Schießen Sie!

- Schiet op!
- Schiet op.
- Opschieten.

- Beeil dich!
- Beeile dich!
- Mach hin!

- Schiet op, meisjes.
- Schiet op, meiden.

- Beeilt euch, Mädels!
- Beeilt euch, Mädchen!

Schiet op!

- Geben Sie Gas!
- Beeilt euch!

Schiet op.

- Schnell!
- Mach hin!

Ik schiet.

Ich schieße.

- Schiet alsjeblieft op.
- Haast u alstublieft!
- Schiet alstublieft op!
- Schiet alsjeblieft op!

Bitte beeilt euch.

- Schiet op!
- Haast je.
- Schiet op.
- Maak voort!

- Beeil dich!
- Beeil dich.
- Mach hin!

Mamma! Schiet op!

Mama, beeil dich!

Schiet op, Tom.

Beeil dich, Tom!

- Schiet op!
- Sneller!

Schnell!

Schiet op, jongens.

Beeilt euch, Leute!

- Schiet op!
- Opschieten!

- Mach schnell!
- Zack, zack!

- Schiet op.
- Opschieten.

Beeilen Sie sich.

Schiet eens op.

Komm schon, beeil dich.

- Schiet alsjeblieft op.
- Schiet alstublieft op.
- Haast u alstublieft!

- Beeil dich bitte!
- Bitte beeile dich.
- Bitte beeilen Sie sich.
- Bitte beeilt euch.
- Beeilt euch bitte!

Moeder schiet te hulp.

Die Mutter eilt zur Rettung.

- Haast je.
- Schiet op.

- Laufe schnell!
- Beweg dich.

Halt, of ik schiet.

- Bleib stehen, oder ich schieße.
- Bleibt stehen, oder ich schieße.
- Bleiben Sie stehen, oder ich schieße.

- Schiet op!
- Maak voort!

- Beeil dich!
- Mach schnell!
- Zack, zack!

- Schiet op!
- Snel!
- Vlug!

- Beeil dich!
- Mach schnell!
- Beeil dich.
- Beeile dich!
- Gib Gas!
- Beeilung!

- Haast je alsjeblieft!
- Haast u alstublieft!
- Schiet alstublieft op!
- Schiet alsjeblieft op!

- Bitte beeil dich!
- Bitte beeile dich.
- Bitte beeilen Sie sich.
- Bitte beeilt euch.
- Beeilt euch bitte!

- Haast u alstublieft.
- Haast je alsjeblieft!
- Schiet alstublieft op!
- Schiet alsjeblieft op!

- Bitte beeil dich!
- Bitte beeilt euch!
- Bitte beeilen Sie sich!

- Haast je.
- Schiet op.
- Opschieten.

Beeil dich.

- Schiet terug.
- Terugschieten!
- Vuur terug.

- Schießt zurück.
- Schießen Sie zurück.

- Schiet op, anders mis je de bus.
- Schiet op, anders mist u de bus.
- Schiet op, anders missen jullie de bus.

- Beeil dich, sonst verpasst du den Bus.
- Beeile dich oder du verpasst den Bus!
- Beeile dich, sonst verpasst du den Bus.

- Schiet op, meisje!
- Haast je, meisje!

Beeile dich, Mädchen!

Kom, schiet op! Het is dringend.

Komm rasch; es ist dringend.

- Haast u alstublieft.
- Schiet alstublieft op!

Bitte beeilen Sie sich!

De jager schiet herten en hazen.

- Der Jäger schießt Hirschen und Hasen.
- Der Jäger schießt Hirsche und Hasen.

- Kom op, schiet op!
- Kom op, opschieten!

Los, beeilt euch!

- Schiet op!
- Haast je.
- Snel!
- Maak voort!

- Beeil dich!
- Mach schnell!
- Mach zu!
- Mach hinne!
- Beeilung!

Jij beslist, maar schiet op, het is koud.

Entscheide schnell, es ist kalt!

Schiet op, dan zal je op tijd zijn.

Beeil dich, damit du rechtzeitig dort ankommst.

Schiet op, meiden, jullie komen nog te laat.

Macht zu, Mädchen! Ihr verspätet euch!

- Haast je.
- Schiet op.
- Kom als de sodemieter.

- Beeil dich.
- Beeilen Sie sich.
- Spute dich!

Ik heb het onmiddellijk nodig. Schiet alstublieft op!

Ich brauche es sofort. Beeil dich bitte!

Het is aan jou. Maar schiet op en besluit.

Es ist deine Entscheidung. Du solltest dich beeilen.

Jij beslist. Maar schiet op, het is hier heet.

Entscheide schnell, es ist heiß hier draußen.

...laat ze de schelpen vallen... ...en schiet ze weg.

…lässt die restlichen Muscheln fallen und düst weg.

Schiet op, dan ben je op tijd voor school.

Beeil dich, dann kommst du pünktlich zur Schule.

- Haast je.
- Ren!
- Schiet op.
- Weglopen!
- Ren weg!
- Loop snel!

Laufe schnell!

Ik ben uitgehongerd! Schiet op en geef me iets te eten.

Ich bin am Verhungern! Los, gib mir schnell etwas zu essen!

- Schiet op.
- Doe wat je moet doen.
- Aan de slag ermee.

- Mach weiter!
- Nun mach schon weiter!
- Nun machen Sie schon weiter!

Dus schiet op en beslis... ...op welke manier we er het snelste komen.

Entscheide also schnell, auf welchem Weg wir schneller vorankommen.

“Soldaten, als ik het bevel geef om te vuren, schiet op het hart”, zei hij tegen het vuurpeloton.

"Soldaten, wenn ich den Befehl zum Schießen gebe, schieße auf das Herz", sagte er dem Exekutionskommando.

Ik heb nog een appeltje te schillen met mijn buurjongen. Dat rotjoch schiet steeds papieren pijltjes door ons zolderraam naar binnen.

Ich habe noch ein Hühnchen zu rupfen mit meinem Nachbarsjungen. Das Ekel schießt laufend Papierpfeile durch das Dachfenster hinein.