Translation of "Lunch" in German

Lunch.

Mittagessen!

Lunch is klaar.

Mittagessen ist fertig.

- Tom heeft de lunch overgeslagen.
- Tom sloeg de lunch over.

Tom ließ das Mittagessen ausfallen.

Ik lunch elke dag.

Ich mache jeden Tag das Mittagessen.

Ik lunch meestal daar.

Ich esse dort im Allgemeinen zu Mittag.

Heb je lunch gehad?

Hast du zu Mittag gegessen?

Is dit jouw lunch?

Ist das dein Mittagessen?

Ze leest na de lunch.

Sie liest nach dem Mittagessen.

Ik maak elke dag lunch.

Ich mache jeden Tag das Mittagessen.

Hoe laat lunch je meestal?

- Um wie viel Uhr isst du normalerweise zu Mittag?
- Um wie viel Uhr essen Sie normalerweise zu Mittag?
- Um wie viel Uhr esst ihr normalerweise zu Mittag?

Tom heeft mijn lunch opgegeten.

- Tom aß mein Mittagessen.
- Tom hat mein Mittagessen gegessen.

Wat wil je als lunch eten?

Was möchtest du zu Mittag essen?

Maria heeft haar eigen lunch bereid.

Maria hat sich selbst etwas zum Mittagessen bereitet.

Ik moet vandaag de lunch bereiden.

- Ich muss heute das Mittagessen bereiten.
- Ich muss heute Mittagessen machen.

Ik wil de lunch vandaag overslaan.

Ich will das Mittagessen heute auslassen.

Ik heb een hotdog gegeten als lunch.

- Ich habe einen Hotdog zum Mittagessen gegessen.
- Ich habe einen Hotdog zu Mittag gegessen.

Laten we verder spelen na de lunch.

Spielen wir nach dem Mittagessen weiter.

Hij is nu lunch aan het eten.

Er isst gerade zu Mittag.

Tom nodigde ons uit voor de lunch.

Tom hat uns zum Mittagessen eingeladen.

Maakt niet uit, tijd voor de lunch.

Egal, Mittagspause.

Wat heb je vandaag voor lunch gegeten?

- Was hast du heute zum Mittagessen gegessen?
- Was hast du heute zu Mittag gegessen?

Ik was mijn handen voor de lunch.

Ich wasche mir vor dem Mittagessen die Hände.

Mag ik je voor de lunch uitnodigen?

Darf ich dich zum Mittagessen einladen?

Je hoeft niet te betalen voor je lunch.

- Du brauchst dein Mittagessen nicht zu bezahlen.
- Sie brauchen Ihr Mittagessen nicht zu bezahlen.

Na de lunch ga ik een tukje doen.

Ich werde ein Nickerchen nach dem Mitagessen machen.

- Wat eten smurfen 's middags?
- Wat eten smurfen als lunch?

Was essen Schlümpfe zu Mittag?

- Normaal lunch ik hier.
- Normaal eet ik 's middags hier.

- Normalerweise esse ich hier zu Mittag.
- Normalerweise nehme ich hier mein Mittagessen ein.

Italianen doen altijd een dutje gedurende een uur na de lunch.

Die Italiener schlafen immer eine Stunde nach dem Mittagessen.

- Iedereen is moe na het middageten.
- Iedereen is moe na de lunch.

Alle sind müde nach dem Mittagessen.

- Tom luncht vaak samen met Maria.
- Tom eet vaak lunch met Maria.

Tom isst oft mit Maria zu Mittag.

- Hij is nu lunch aan het eten.
- Hij is nu aan het lunchen.

Er isst gerade zu Mittag.

Tom zei dat hij niet genoeg tijd had om zijn lunch zelf te bereiden.

Tom sagte, er habe nicht genug Zeit, um sich selbst das Mittagessen zuzubereiten.

Ik denk niet dat hij op me jaagde als in dat hij me wilde opeten voor lunch.

Ich denke nicht, dass ich gejagt wurde, um sein Abendessen zu werden.

- Ik heb tijdens de middagpauze een hotdog op.
- Ik heb een hotdog gegeten als middagmaal.
- Ik heb een hotdog gegeten als lunch.

- Ich habe einen Hotdog zum Mittagessen gegessen.
- Ich habe einen Hotdog zu Mittag gegessen.