Translation of "Wandelen" in French

0.014 sec.

Examples of using "Wandelen" in a sentence and their french translations:

Ga wandelen!

- Va faire une promenade !
- Allez faire une promenade !

- Ik ben gaan wandelen.
- Ik ging wandelen.

- Je suis parti en excursion.
- Je suis partie en excursion.

Hij ging wandelen.

Il est allé se promener.

Ze ging wandelen.

Elle est allée se promener.

Ik ging wandelen.

- J'ai fait une promenade.
- Je me suis promené.
- Je me suis promenée.

Ga eens wandelen!

Allez marcher !

We zullen wandelen.

Nous marcherons.

Laat ons wandelen.

Promenons-nous !

Zullen we gaan wandelen?

On va se promener ?

Ik kan amper wandelen.

Je peux difficilement marcher.

Florence zal gaan wandelen.

Florence ira se promener.

Kan ik gaan wandelen?

- Puis-je aller me promener ?
- Puis-je aller promener ?

Wil je misschien gaan wandelen?

- Aimeriez-vous faire une promenade ?
- Cela vous chanterait-il de faire une promenade ?
- Aimerais-tu aller en promenade ?
- Aimerais-tu partir en promenade ?

Hij gaat kennelijk graag wandelen.

Manifestement, il aime aller se promener.

Ze gaat graag alleen wandelen.

Elle aime se promener seule.

Mag ik buiten gaan wandelen?

Puis-je sortir me promener ?

Mijn opa houdt van wandelen.

Mon grand-père aime marcher.

Estella en ik gaan wandelen.

Estalla et moi nous promenons.

Bent u zondag gaan wandelen?

Vous êtes-vous promenés dimanche ?

Laten we samen gaan wandelen.

Allons nous balader ensemble.

- Ik bleef lopen.
- Ik ben blijven lopen.
- Ik ben blijven wandelen.
- Ik bleef wandelen.

- J'ai continué à marcher.
- J'ai poursuivi ma route.
- J'ai poursuivi mon chemin.

Hij is buiten aan het wandelen.

Il est dehors en train de se promener.

Deze twee vrienden wandelen altijd samen.

Ces deux amis se promènent toujours ensemble.

- We zullen wandelen.
- We zullen stappen.

Nous marcherons.

Hij bleef verder wandelen in de regen.

Il a continué à marcher sous la pluie.

Ik had zin om te gaan wandelen.

J'avais envie d'aller me promener.

Ik las een boek tijdens het wandelen.

Je lisais un livre en me promenant.

Ik kan niet zo snel wandelen als hij.

Je suis incapable de marcher aussi vite que lui.

We zijn van plan morgen te gaan wandelen.

Nous prévoyons de partir en excursion, demain.

- Laat ons wandelen.
- Laten we een wandeling maken!

- Promenons-nous !
- Promenons-nous.

Soms voel ik me moe van het wandelen.

Parfois je me sens fatiguée de marcher.

Dit is het beste seizoen om te wandelen.

C'est la meilleure saison pour la randonnée.

In Engeland en Wales kun je prima wandelen.

L'Angleterre et le Pays de Galles sont d'excellents endroits pour se promener.

- Ik zou kunnen lopen.
- Ik zou kunnen wandelen.

- Je pourrais marcher.
- Je pourrais aller à pied.

Laten we na het eten langs het strand wandelen.

Allons nous balader sur la plage après le repas.

Toen het ophield met regenen, ging hij buiten wandelen.

Comme il s'était arrêté de pleuvoir, il sortit se promener.

We gingen wandelen langs de oever van het meer.

Nous fîmes une promenade sur les berges du lac.

Ik deed mijn klimschoenen uit en begon terug te wandelen.

J'ai retiré mes chaussures d'escalade et commencé la descente,

Maria en Tom besloten het nabijgelegen bos in te wandelen.

Marie et Tom ont décidé de se promener dans la forêt voisine.

Het maakt me niet uit om in de regen te wandelen.

Ça ne me dérange pas de marcher sous la pluie.

Laten we over de Grote Muur gaan wandelen in ons ondergoed;

marchons sur la Grande Muraille en sous-vêtements,

- Bent u zondag gaan wandelen?
- Hebben jullie zondag een wandeling gedaan?

Vous êtes-vous promenés dimanche ?

- Ik bleef lopen.
- Ik ben blijven lopen.
- Ik ben blijven wandelen.

J'ai poursuivi ma route.

- Scheer je weg!
- Neem een wandeling!
- Ga een eindje lopen!
- Ga wandelen!

Va faire une promenade !

- Hij wandelt graag in het park.
- Hij houdt van wandelen in het park.

Il aime marcher dans le parc.

Of om naar heel onbewoonde plekken te gaan of in het bos te wandelen.

Ou aller dans des endroits inhabités et marcher dans les bois.

- Ik kan niet snel wandelen, maar wel lang.
- Ik kan niet snel lopen, maar wel voor een lange tijd.

Je ne peux pas marcher vite, mais je peux marcher longtemps.

Mijn hond heet Belysh. Deze zomer heb ik hem geleerd om pootje te geven. Iedere morgen sta ik vroeg op en geef hem te eten. Daarna gaan we een eindje wandelen. Hij beschermt me tegen andere honden. Wanneer ik fiets, rent hij naast me. Hij heeft een vriend, haar naam is Chernyshka. Hij vindt het leuk om met haar te spelen. Belysh is een hele vriendelijke en slimme hond.

Mon chien s'appelle Belysh. Cet été, je lui ai appris à tendre la patte. Tous les matins, je me lève tôt et je le nourris. Puis nous faisons une promenade. Il me protège des autres chiens. Quand je fais du vélo, il court à mes côtés. Il a une copine, elle s'appelle Chernyshka. Il aime jouer avec elle. Belysh est un chien très affectueux et intelligent.