Translation of "Wat" in Hungarian

0.020 sec.

Examples of using "Wat" in a sentence and their hungarian translations:

Wat?

Mi?

- Wat een lul!
- Wat een eikel!
- Wat een klootzak!
- Wat een rotzak!
- Wat een lastpak!

Mekkora seggfej!

- Wat is dat?
- Wat wil je?
- Wat is het?
- Wat moet je?
- Wat is er?

Mi az?

- Wat wil je?
- Wat wilt u?
- Wat willen jullie?
- Wat mot je?

Mit akarsz?

- Wat wil je?
- Wat blieft u?
- Wat wilt u?
- Wat willen jullie?

Mit akarsz?

- Hè, wat irritant!
- Wat irritant!

- Milyen bosszantó!
- Mennyire bosszantó már!
- Ez aztán már több mint felháborító!

- Wat motiveert je?
- Wat motiveert u?
- Wat motiveert jullie?

- Mi motivál téged?
- Mi ösztönöz téged?

- Wat is dat?
- Wat is dit?
- Wat is het?

Mi ez?

- Wat heb je?
- Wat heeft u?
- Wat hebben jullie?

- Mid van?
- Mije van?
- Mitek van?
- Mijük van?
- Mi van neked?

- Wat denk je?
- Wat denkt u?
- Wat denken jullie?
- Wat vind jij ervan?

- Mit gondolsz?
- Te mit gondolsz?

- Wat maakte je wakker?
- Wat maakte u wakker?
- Wat maakte jullie wakker?
- Wat wekte u?
- Wat wekte jullie?
- Wat wekte je?

Mi ébresztett föl?

- Wat heb je gezegd?
- Wat zegt u?
- Wat zei u?
- Wat hebben jullie gezegd?

Mit mondtál?

- Wat zit erin?
- Wat bevat het?

Mit tartalmaz?

- Wat eet je?
- Wat eet u?

- Mit esztek?
- Mit eszel éppen?

- Wat een puinhoop!
- Wat een rotzooi!

- Micsoda rendetlenség!
- Micsoda felfordulás!
- Mekkora fejetlenség!
- Micsoda kupleráj!
- Ez egy disznóól!

- Wat een klootzak!
- Wat een rotzak!

- Mekkora egy pöcs!
- Micsoda seggfej!

Wat niet weet, wat niet deert.

- Amiről nem tudsz, az nem fáj.
- Amiről nem tudsz, az nem is fáj.

- Wat is dat?
- Wat is dit?

- Mi ez?
- Mi az?

- Wat een huichelaar!
- Wat een huichelaarster!

- Micsoda álszent!
- Mekkora álszent!

- Wat een ervaring!
- Wat een belevenis!

Micsoda élmény!

- Wat denk je?
- Wat denkt u?

Mi a véleményed?

- Wat denk je ervan?
- Wat vind je hiervan?
- Wat denk je daarvan?
- Wat denk je daar van?
- Wat denkt u?
- Wat denken jullie?

- Mit gondolsz erről?
- Mit gondoltok erről?

Wat? Echt?

Ó, csakugyan!?

Wat leuk!

- Milyen jó szórakozás!
- Micsoda móka!

Wat interessant!

Milyen érdekes!

Wat mooi!

- Milyen szép!
- Milyen gyönyörű!

Probeer wat.

- Próbálj meg néhányat!
- Próbálj ki néhányat!

- Wat?
- Wablieft?

Mi?

Wat slim!

Milyen ügyes!

Wat avontuurlijk!

Milyen merész!

Wat jammer!

- Milyen sajnálatos!
- Micsoda balszerencse!

Wat absurd!

Milyen abszurd!

Wat duur!

Milyen drága!

Wat fascinerend!

Milyen lenyűgöző!

Wat nu?

És most?

Wat vermoeiend!

Milyen kimerítő!

- Wat betekent dat?
- Wat bedoel je daarmee?
- Wat wil dat zeggen?

Ez mit jelent?

- Wat heb je gezegd?
- Wat zegt u?
- Wat hebben jullie gezegd?

Mit mondtál?

- Wat denk je ervan?
- Wat vind je hiervan?
- Wat denk je daarvan?
- Wat denk je daar van?
- Wat denken jullie?

Mi a véleményed erről?

- Wat is jouw baan?
- Wat is uw baan?
- Wat is jullie baan?
- Wat is je beroep?

- Mi a foglalkozásod?
- Mit dolgozol?
- Mi a dolgod?
- Mi a munkád?

- Wat is je kamernummer?
- Wat is uw kamernummer?
- Wat is jullie kamernummer?
- Wat is jouw kamernummer?

Mi a szobaszámod?

- Wat heb je meegebracht?
- Wat bracht je mee?
- Wat heeft u meegebracht?
- Wat hebben jullie meegebracht?

Mit hoztál?

- Wat ben je aan het lezen?
- Wat lees je?
- Wat bent u aan het lezen?
- Wat lezen jullie?
- Wat leest u?

Mit olvasol?

- Wat heeft hij gezegd?
- Wat zei ze?

Mit mondott ő?

- Wat is nieuw?
- Wat is er nieuw?

Mi újság?

- Wat is er?
- Wat is er mis?

Mi a baj?

- Wat is er gebeurd?
- Wat is er?

Mi történt?

- Wat wilt u drinken?
- Wat drinkt u?

Ön mit iszik?

- Wat heb je gezien?
- Wat zag je?

Mit láttál?

- Wat heb je gekocht?
- Wat heeft u gekocht?
- Wat hebben jullie gekocht?

Mit vettél?

- Wil je wat sinaasappelsap?
- Wilt u wat sinaasappelsap?
- Willen jullie wat sinaasappelsap?

Szeretnél egy kis narancslevet?

- Wat herinner je je?
- Wat herinnert u zich?
- Wat herinneren jullie je?

Mire emlékszel?

- Wat drink je?
- Wat bent u aan het drinken?
- Wat drinken jullie?

Mit iszol?

- Wat wil je zeggen?
- Wat wil u zeggen?
- Wat willen jullie zeggen?

Mit akarsz mondani?

- Wat heb je geantwoord?
- Wat heeft u geantwoord?
- Wat hebben jullie geantwoord?

- Mit feleltél?
- Mit válaszoltál?

- Wat studeer je?
- Wat leer je?
- Wat ben je aan het leren?

Mit tanulsz?

- Wat is jouw telefoonnummer?
- Wat is uw telefoonnummer?
- Wat is jullie telefoonnummer?

- Mi a telefonszámod?
- Mi az ön telefonszáma?

- Wat kook je?
- Wat koken jullie?
- Wat zijn jullie aan het koken?

- Mit főztök?
- Mit főzöl?
- Mit főz?

- Wat is uw bloedgroep?
- Wat is jullie bloedgroep?
- Wat is jouw bloedgroep?

Mi a vércsoportod?

- Wat is jouw nationaliteit?
- Wat is uw nationaliteit?
- Wat is jullie nationaliteit?

- Mi az állampolgárságod?
- Mi a nemzetiséged?

- Wat is jouw adres?
- Wat is jullie adres?
- Wat is uw adres?

Mi a címed?

- Wat is je antwoord?
- Wat is jouw antwoord?
- Wat is uw antwoord?

Mi a válaszod?

- Wat doet uw zoon?
- Wat doet jouw zoon?
- Wat doet jullie zoon?

- Az ön fia mit csinál?
- Mit csinál a fiatok?

- Wat zou je graag willen drinken?
- Wat wilt u drinken?
- Wat drinkt u?
- Wat wilt ge drinken?

Mit szeretne inni?

- Wat drinkt u?
- Wat drink je?
- Wat ben je aan het drinken?
- Wat bent u aan het drinken?
- Wat zijn jullie aan het drinken?
- Wat drinken jullie?

Mit isztok?

- Wat maakte je bang?
- Wat heeft je bang gemaakt?
- Wat maakte u bang?
- Wat maakte jullie bang?
- Wat heeft u bang gemaakt?
- Wat heeft jullie bang gemaakt?

Mi ijesztett meg téged?

- Wat betekent dat?
- Wat heeft dat te betekenen?
- Wat betekent dit?
- Wat betekent het?
- Waar staat dat voor?

Mit jelent ez?

- Wat is er dan gebeurd?
- Wat gebeurde er toen?
- Wat is er toen gebeurd?
- Wat gebeurde er dan?

- Azután mi történt?
- Mi történt aztán?
- Mi történt utána?

- Wat heb je gedaan?
- Wat hebben jullie gemaakt?
- Wat waren jullie aan het doen?
- Wat hebben jullie gedaan?

- Mit csináltál?
- Mit tettél?

- Wat is er aan de hand?
- Wat is er gaande?
- Wat gebeurt er?

- Mi történik ott?
- Mi történik?

- Wat krijgen we nou?
- Wat zullen we nou krijgen?
- Wat moet dit voorstellen?

Hát ez meg mi a nyavalya?

- Wat is er aan de hand?
- Wat is er?
- Wat is er mis?

- Mi történt?
- Mi újság?
- Mi a helyzet?
- Na, mi a stájsz?
- Mi a dörgés?
- Na, mizu?
- Mi a szituáció?
- Mi a nagy harci helyzet?
- Mi a hézag?
- Na, mi van?
- Hogy ityeg a fityeg?
- Mi a pálya?
- Mi a szitu?

- Wat is jouw favoriete kleur?
- Wat is jouw lievelingskleur?
- Wat is je lievelingskleur?

Mi a kedvenc színed?

- Wat heb je gedaan?
- Wat hebben jullie gemaakt?

- Mit csináltál?
- Mit készítettél?

- Wat wilt u drinken?
- Wat wilt ge drinken?

- Mit akarsz inni?
- Mit szeretnének inni?

Wat denk je, wat zou ze gaan doen?

- Szerinted mit fog csinálni?
- Mit gondolsz, mit fog csinálni?

- Wat maakt je blij?
- Wat maakt je gelukkig?

Téged mi tesz boldoggá?

- Wat is uw moedertaal?
- Wat is jouw moedertaal?

- Mi az anyanyelved?
- Mi a te anyanyelved?

- Wat gebeurt er dan?
- Wat gebeurt er vervolgens?

Mi történik legközelebb?

- Wat een prachtige tuin.
- Wat een leuke tuin.

Micsoda gyönyörű kert!

- Wat gaan wij doen?
- Wat zullen we doen?

Mit fogunk csinálni?

- Wat een mooi huis!
- Wat een prachtig huis!

- Milyen gyönyörű ház!
- Milyen szép ház!

- Wat zijn de opties?
- Wat zijn de mogelijkheden?

- Mik az opciók?
- Milyen lehetőségek vannak?
- Mik a lehetőségek?