Translation of "Waarheid" in Finnish

0.004 sec.

Examples of using "Waarheid" in a sentence and their finnish translations:

- Spreek de waarheid.
- Vertel de waarheid.

Kerro totuus!

De waarheid?

Totuus?

- Zeg Tom de waarheid.
- Vertel Tom de waarheid.

Kerro totuus Tomille.

De waarheid overwint.

Totuus voittaa.

- Hij heeft de waarheid verteld.
- Hij vertelde de waarheid.

Hän sanoi totuuden.

- Ik zeg u de waarheid.
- Ik zeg je de waarheid.

Puhun totta sinulle.

Vertel me de waarheid.

- Sano minulle totuus.
- Kerro minulle totuus.

Vertel ze de waarheid.

Kerro heille totuus.

Vertel Tom de waarheid.

- Kerro Tomille totuus.
- Kerro totuus Tomille.

Ik ken de waarheid.

- Minä tiedän totuuden.
- Tiedän totuuden.

Ik ontdekte de waarheid.

Sain selville totuuden.

De waarheid is complexer.

Totuus on monimutkaisempi.

Het moment van de waarheid.

Totuuden hetki.

Hij vertelde me de waarheid.

Hän kertoi minulle totuuden.

Tom zal de waarheid spreken.

Tom kertoo kyllä totuuden.

Heb je de waarheid verteld?

Puhuitko totta?

- Ik vertel je beter de waarheid.
- Het is beter als ik je de waarheid zeg.

Minun olisi parempi kertoa sinulle totuus.

- Ik wil dat je me de waarheid vertelt.
- Ik wil dat u me de waarheid vertelt.
- Ik wil dat jullie me de waarheid vertellen.

Haluan, että kerrot minulle totuuden.

En die waarheid van beschaafdheid en samenwerking...

Sivilisaatio ja yhteistyö,

Je had me de waarheid moeten zeggen.

Sinun olisi pitänyt kertoa minulle totuus.

Wil je dat ik de waarheid vertel?

Haluaisitko kertoa minulle totuuden?

- Wie heeft de ruit gebroken? Zeg me de waarheid.
- Wie heeft het raam gebroken? Vertel de waarheid.

Kuka rikkoi ikkunan? Kerro totuus.

Eens zult ge de waarheid te weten komen.

Jonain päivänä sinä tiedät totuuden.

- Soms komen dromen uit.
- Dromen worden soms waarheid.

Joskus unelmat toteutuvat.

Laten we het doen. Het moment van de waarheid.

Hoidetaan homma. Totuuden hetki.

En mijn identiteit overtroeft de waarheid keer op keer.

ja identiteettini voittaa totuuden.

De waarheid vergelijkt men vaak met een bittere pil.

Totuutta verrataan usein karvaaseen pilleriin.

Het is hier heel diep. Het moment van de waarheid.

Alas on pitkä matka. Totuuden hetki.

Je kunt je droom waarheid maken door hard te werken.

Voit toteuttaa unelmasi kovalla työllä.

- Echt?
- De waarheid?
- Meen je dat echt?
- Echt waar?
- Is dat zo?
- Zit dat zo?
- Meent u dat echt?
- Echt!?
- Serieus!?
- Oh! Serieus?
- Is dat waar?

- Ootko ihan tosissas?
- Ihanko totta?
- Oletko tosissasi?
- Todellako?
- Ootsä ihan tosissas?
- Oikeesti?
- Ihanko oikeesti?
- Ihanks tosi?
- Oikeasti?
- Ihanks totta?
- Ihan totta?
- Oikeastiko?
- Oikeestiko?
- Ihan oikeesti vai?

Wie denkt: "vandaag de dag spreekt iedereen Engels" of "de hele wereld spreekt Engels" zonder te vragen welk deel van de wereldbevolking Engels spreekt, en wat het niveau van hun taalkundige vaardigheid is, wilt de waarheid niet onder ogen zien.

Kuka tahansa ajatteleekin: "Nykyään kaikki puhuvat englantia" tai "Koko maailma puhuu englantia" kysymättä mikä on se osuus globaalista väestöstä, joka puhuu englantia, ja miten hyvin he osaavat puhua sitä, on henkilö, joka ei ole halua nähdä todellisuutta silmiensä edessä.