Translation of "Zat" in English

- Tom zat vast.
- Tom zat gevangen.

Tom was trapped.

Iedereen zat.

Everyone sat.

- Ze zat naast me.
- Ze zat naast mij.

- She sat next to me.
- She sat by my side.

- Hij zat tegenover mij.
- Hij zat voor mij.

He sat in front of me.

Hij zat rechtop.

He was sitting up straight.

Wat zat erin?

What was inside?

Ik zat vast.

I was stuck.

Tom zat alleen.

Tom sat alone.

Zat ik verkeerd?

Was I wrong?

Hij zat stil.

He sat silently.

- Ik zat dicht bij John.
- Ik zat naast John.

- I sat next to John.
- I sat near John.

Tom was volkomen zat.

Tom was totally wasted.

Tom zat naast Mary.

Tom was sitting next to Mary.

Ik ben het zat.

- I'm fed up!
- I'm fed up.

Ken zat naast me.

Ken sat next to me.

Ze zat naast mij.

She sat next to me.

Ik zat naast hem.

I sat down next to him.

Mary zat boordevol enthousiasme.

Mary was overflowing with enthusiasm.

Sami zat op Facebook.

Sami was on Facebook.

Hij zat tegenover mij.

- He sat in front of me.
- He sat opposite to me.

Sami zat op Instagram.

Sami was on Instagram.

Ik zat tussen hen.

I sat between them.

Hij zat voor mij.

He sat in front of me.

- Heel de stad zat zonder elektriciteit.
- Heel de stad zat zonder stroom.

The entire city was without electricity.

- De oude man zat gans alleen.
- De oude man zat helemaal alleen.

The old man sat all alone.

- Op tafel zat een kat.
- Er zat een kat op de tafel.

- On the table there was a cat.
- There was a cat on the table.
- A cat was on the table.

Ik zat gevangen met Pepe...

I was imprisoned with Pepe,

Ik ben hamburgers helemaal zat.

I'm sick and tired of hamburgers.

Zij zat onder een boom.

She was sitting under a tree.

Hij zat op het bed.

- He sat on the bed.
- He was sitting on the bed.

Hij zat wijn te drinken.

He was sitting drinking wine.

Hij zat bij de rivier.

He sat next to the stream.

Tom zat in een rolstoel.

Tom was in a wheelchair.

Tom zat op het bed.

Tom was sitting on the bed.

Hij zat tegenover zijn vader.

He sat across from his father.

Ze zat op de bank.

She sat on the bench.

Tom zat op de grond.

Tom was sitting on the floor.

Tom zat aan de keukentafel.

Tom sat at the kitchen table.

Tom zat bij het raam.

Tom sat by the window.

Tom zat op een stoel.

Tom sat on a chair.

Ik zat op hete kolen.

I was on tenterhooks.

Op tafel zat een kat.

- There was a cat on the table.
- A cat was on the table.
- A cat sat on the table.

Tom zat in de hoek.

Tom was sitting in the corner.

Ik ben jouw houding zat.

I'm fed up with your attitude.

Ik ben je excuses zat!

I'm sick of your excuses!

Ik ben je verhalen zat!

I'm fed up with your stories!

Tom zat op een boomstam.

Tom sat on a tree trunk.

Ik zat in de auto.

I sat in the car.

Dat zat in onze brievenbus.

That was in our letterbox.

Sami zat aan de keukentafel.

Sami sat at the kitchen table.

Sami zat met zijn vriend.

Sami was sitting with his friend.

Tom zat onder een appelboom.

Tom was sitting below an apple tree.

De jongen zat altijd alleen.

The boy always sits on his own.

De brief zat vol spelfouten.

The letter was full of spelling mistakes.

Tom zat op een bankje.

Tom sat on a bench.

Ik zat achter het stuur.

I was behind the wheel.

- Ze zat naast me.
- Ze zat naast mij.
- Zij ging naast mij zitten.

She sat next to me.

- Ik zat twaalf uur op de trein.
- Ik zat twaalf uur in de trein.

I spent twelve hours on the train.

Daar zat ze op te wachten.

Just what she's been waiting for.

Ze zat omringd door haar kleinkinderen.

She sat surrounded by her grandchildren.

De jongen zat op een stoel.

The boy sat on a chair.

Hij zat helemaal onder de verf.

He was covered all over with paint.

Bij het pakje zat een factuur.

A bill came along with the package.

De oude man zat helemaal alleen.

The old man sat all alone.

Ze zat omringd door haar kinderen.

She sat surrounded by her children.

Het stadion zat bomvol opgewonden toeschouwers.

The stadium was packed with excited spectators.

Tom zat in de eerste rij.

- Tom sat in the front row.
- Tom sat in the first row.

Hij zat volledig onder de modder.

- He was covered with mud from head to foot.
- He was covered in mud from head to foot.

De doos zat vol met aardbeien.

The box was full of strawberries.

Ik zat tussen Tom en John.

I sat between Tom and John.