Translation of "Vaak" in English

0.017 sec.

Examples of using "Vaak" in a sentence and their english translations:

- Paella bevat vaak slakken.
- Paella bevat vaak karakollen.
- Paella bevat vaak wulken.

Paella often includes snails.

- Moet je vaak hoesten?
- Moet u vaak hoesten?

- Do you need to cough often?
- Do you have to cough often?

- Heb je vaak oorpijn?
- Heeft u vaak oorpijn?

Do you have frequent earaches?

- Bent u vaak verkouden?
- Ben je vaak verkouden?

Do you frequently get colds?

Ik? Heel vaak.

Me? Many times!

Tenzing deed vaak…

Tenzing used to...

Ik reis vaak.

- I travel often.
- I often travel.
- I travel frequently.

Ik lees vaak.

I often read.

Ween jij vaak?

Do you cry often?

Zwemt Tom vaak?

Does Tom swim often?

Tom spijbelt vaak.

Tom often skips school.

Het gebeurt vaak.

- It happens a lot.
- That happens a lot.
- It happens frequently.

Ik ski vaak.

I often ski.

Vlieg je vaak?

Do you fly frequently?

Tom glimlacht vaak.

Tom often smiles.

We spijbelen vaak.

We often skip school.

Gebeurt dit vaak?

Does this often happen?

- Ik heb vaak nare dromen.
- Ik heb vaak nachtmerries.

I often have nightmares.

- Welk woordenboek gebruik je vaak?
- Welk woordenboek gebruikt u vaak?
- Welk woordenboek gebruiken jullie vaak?

Which dictionary do you often use?

- Ik voel me vaak depressief.
- Ik voel me vaak lusteloos.
- Ik voel me vaak gedeprimeerd.

- I feel depressed often.
- I often feel depressed.

- Hoor je vaak van hem?
- Hoort u vaak van hem?
- Horen jullie vaak van hem?

Do you often hear from him?

- Hoe vaak kijk je tv?
- Hoe vaak kijkt u tv?
- Hoe vaak kijken jullie tv?

How often do you watch TV?

- Gebruik je vaak een woordenboek?
- Gebruikt u vaak een woordenboek?
- Gebruiken jullie vaak een woordenboek?

Do you often use a dictionary?

- Hoe vaak drink je thee?
- Hoe vaak drinken jullie thee?
- Hoe vaak drinkt u thee?

How often do you drink tea?

- Maria spreekt vaak in raadsels.
- Maria spreekt vaak in raadselen.
- Maria spreekt vaak als een orakel.

Mary often speaks in riddles.

- Ik voel me vaak depressief.
- Ik voel me vaak lusteloos.

I feel depressed often.

- Mijn ouders maken vaak ruzie.
- Mijn ouders hebben vaak ruzie.

My parents often argue.

- Hoe vaak koop je kleren?
- Hoe vaak koop je kleding?

How often do you buy clothes?

- Hoe vaak drinkt u alcohol?
- Hoe vaak drink je alcohol?

How often do you drink alcohol?

- Hoe vaak hebt u overgegeven?
- Hoe vaak heb je overgegeven?

How often have you been vomiting?

Ik heb vaak oorinfecties.

I often have ear infections.

Ik ben vaak verkouden.

I often catch colds.

Hij wordt vaak verliefd.

He often falls in love.

John ontbijt vaak snel.

John often has a quick breakfast.

Het sneeuwt hier vaak.

It often snows here.

Ga je vaak winkelen?

Do you often go shopping?

Italianen drinken vaak koffie.

The Italians often drink coffee.

Ik eet vaak appels.

I often eat apples.

We lunchen vaak samen.

We often eat lunch together.

We eten vaak samen.

We often eat together.

Kom je hier vaak?

Do you come here often?

Ik eet vaak kip.

I often eat chicken.

Zij ontbijt daar vaak.

She often eats breakfast there.

Ik heb vaak nachtmerries.

I often have nightmares.

Ik drink vaak thee.

I often drink tea.

Tom verliest vaak iets.

Tom tends to lose things.

Ze spelen vaak samen.

- They play a lot together.
- They play together a lot.

Ontmoet je hem vaak?

Do you meet him often?

Hij speelt vaak gitaar.

He often plays the guitar.

Ik lees vaak boeken.

I often read books.

Ik eet hier vaak.

I often eat here.

Honden begraven vaak botten.

Dogs often bury bones.

Zie je hem vaak?

- Do you see him often?
- Do you see much of him?

Vogels vliegen vaak samen.

Birds often fly together.

Hoe vaak fiets jij?

How often do you ride a bicycle?

Ik rij niet vaak.

I don't drive often.

Tom citeert vaak Shakespeare.

Tom often quotes Shakespeare.

Tom downloadt vaak films.

Tom often downloads movies.