Translation of "Thuisblijven" in English

- Thuisblijven is niet leuk.
- Thuisblijven is helemaal niet leuk.

Staying home isn't fun.

Thuisblijven is niet leuk.

Staying home isn't fun.

Moet Tom thuisblijven vandaag?

- Does Tom need to stay home today?
- Does Tom have to stay home today?

Ik zal vandaag thuisblijven.

- I'll stay home today.
- I'll stay at home today.

We gaan vandaag thuisblijven.

- We're going to stay at home today.
- Today we will stay home.

Thuisblijven is helemaal niet leuk.

Staying home isn't fun.

Tom wilde thuisblijven met Maria.

Tom wanted to stay home with Mary.

Wij moesten thuisblijven vanwege de storm.

We had to stay home because of the storm.

- Ik zal vandaag thuisblijven.
- Ik blijf vandaag thuis.

- I'll stay home today.
- I'll stay in the house today.

- Ik zal morgen thuisblijven.
- Morgen blijf ik thuis.

- I will stay home tomorrow.
- I'll stay at home tomorrow.
- I'll stay home tomorrow.

Ik stel voor dat we thuisblijven en tv kijken.

I suggest we stay home and watch television.

Wat doe je liever: naar de bioscoop gaan of thuisblijven?

Which would you rather do, go to the cinema or stay at home?

Ik ben niet zeker of ik zou thuisblijven of uitgaan.

I'm not sure whether to stay home or go out.

- Ik blijf in het huis vandaag.
- Ik zal vandaag thuisblijven.
- Ik blijf vandaag thuis.

I'll stay home today.