Translation of "Ontmoeten" in English

0.008 sec.

Examples of using "Ontmoeten" in a sentence and their english translations:

- Kan je hem ontmoeten?
- Kunt u hem ontmoeten?
- Kunnen jullie hem ontmoeten?

Can you meet him?

- Hij wil je ontmoeten.
- Zij wil je ontmoeten.

He wants to meet you.

- Wil je hem ontmoeten?
- Willen jullie hem ontmoeten?

Do you want to meet him?

Kom iedereen ontmoeten.

- Come meet everybody.
- Come and meet everyone!

Hij wil je ontmoeten.

He wants to meet you.

Ik wil je ontmoeten.

I want to know you.

Ik wil Tom ontmoeten.

I want to meet Tom.

Ik wil Maria ontmoeten.

I want to meet Mary.

Je moet hem ontmoeten.

You should meet him.

Ik moet Tom ontmoeten.

I must meet Tom.

Ik wilde je ontmoeten.

I wanted to meet you.

Leuk je te ontmoeten.

- Nice to see you.
- Good to see you.

Sami wilde moslims ontmoeten.

Sami wanted to meet Muslims.

Sammy wil je ontmoeten.

Sami wants to see you.

We ontmoeten niemand toevallig.

We don't meet anyone by chance.

Ik zou haar graag ontmoeten.

- I'd like to meet with her.
- I'd love to meet her.

Ik wil Tom graag ontmoeten.

I'd like to meet Tom.

Tom wilde je graag ontmoeten.

- Tom wanted to meet you.
- Tom was anxious to meet you.

Hallo. Aangenaam u te ontmoeten.

Pleased to meet you.

Leuk jullie allemaal te ontmoeten!

Nice to meet all of you!

Ik wil graag Tom ontmoeten.

- I want to meet Tom.
- I want to see Tom.

Ik wil Toms ouders ontmoeten.

I want to meet Tom's parents.

Sami wilde echte moslims ontmoeten.

Sami wanted to meet real Muslims.

Hij kon haar niet ontmoeten.

He wasn't able to meet her.

- Iedereen wil u ontmoeten, u bent een beroemdheid!
- Iedereen wil je ontmoeten, je bent beroemd!
- Iedereen wil jou ontmoeten, je bent beroemd!

Everyone wants to meet you. You're famous!

- Iedereen wil je ontmoeten, je bent beroemd!
- Iedereen wil jou ontmoeten, je bent beroemd!

Everyone wants to meet you. You're famous!

Ik ben blij u te ontmoeten.

It's nice to meet you.

Ik heb je altijd willen ontmoeten.

I've always wanted to meet you.

Ah, wanneer ontmoeten ze elkaar weer?

Ah, when will they meet again?

Kunnen we elkaar nog eens ontmoeten?

Could we meet again?

Egoïsten ontmoeten elkaar niet, ze botsen.

Egoists do not meet, they collide with each other.

Uiteindelijk zullen we elkaar vandaag ontmoeten.

We will eventually meet today.

Waar zullen we elkaar morgen ontmoeten?

Where should we meet tomorrow?

Ze had hem gisteren kunnen ontmoeten.

She would have been able to meet him yesterday.

- Een man genaamd mijnheer Itoh wil jou ontmoeten.
- Een persoon genaamd Itoh wil jou ontmoeten.

- A person named Itoh wants to meet you.
- A man named Mr. Itoh wants to meet you.
- A Mr. Itoh wants to see you.

- Ik kijk ernaar uit om je te ontmoeten.
- Ik kijk ernaar uit u te ontmoeten.

- I look forward to meeting you.
- I can't wait to meet you.

- Fijn u te ontmoeten. Ik ben een miereneter.
- Fijn je te ontmoeten. Ik ben een miereneter.

Pleased to meet you. I am an anteater.

Waar en wanneer kunnen we elkaar ontmoeten?

What time and where could we meet?

Mijn oude vriend ontmoeten was erg aangenaam.

Meeting my old friend was very pleasant.

Laten we elkaar ontmoeten voor het theater.

- Let's meet in front of the theater.
- Let's meet in front of the theatre.

Tom kijkt ernaar uit je te ontmoeten.

Tom is looking forward to meeting you.

Een persoon genaamd Itoh wil jou ontmoeten.

A person named Itoh wants to meet you.

Iedereen wil je ontmoeten, je bent beroemd!

- Everyone wants to know you; you're famous.
- Everyone wants to get to know you. You're famous!

We zullen elkaar in mijn kantoor ontmoeten.

I'll meet you at my office.

Wanneer en waar zullen wij elkaar ontmoeten?

When and where shall we meet?

Ik heb geen spijt u te ontmoeten.

I do not regret meeting you.

Ik kijk ernaar uit u te ontmoeten.

I've been looking forward to meeting you.

Ik ben heel blij u te ontmoeten.

- I'm very glad to meet you.
- Very happy to meet you.

Ik heb u altijd al willen ontmoeten.

I've always wanted to meet you.

Ik moet Tom in het winkelcentrum ontmoeten.

I have to go meet Tom at the mall.

Het is leuk je eindelijk te ontmoeten.

It's nice to finally meet you.

We ontmoeten een Frans kind van vijf jaar

and we meet a five-year-old French child,

Ik ben Braziliaans. -Oké. Fijn u te ontmoeten.

-We are Brazilian. -All right. It's a pleasure to meet you.

Altijd wanneer ze elkaar ontmoeten, hebben ze ruzie.

- Whenever they meet, they quarrel.
- Every time they meet, they quarrel.

Ze staat te popelen om jou te ontmoeten.

She is anxious to meet you.

Het zou kunnen dat je hem gaat ontmoeten.

- You may catch him.
- You may meet him.
- You might meet him.

Een man genaamd mijnheer Itoh wil jou ontmoeten.

A man named Mr. Itoh wants to meet you.

Fijn u te ontmoeten. Ik ben een miereneter.

Pleased to meet you. I am an anteater.

Dank u wel dat u mij wilde ontmoeten.

Thanks for meeting me.

Ik kon je niet ontmoeten op het vliegveld.

I could not meet you at the airport.

We staan op het punt hem te ontmoeten.

We're about to meet him.

Iedereen wil u ontmoeten, u bent een beroemdheid!

Everyone wants to meet you. You're famous!

Ik kijk ernaar uit om je te ontmoeten.

- I am looking forward to seeing you.
- I look forward to meeting you.