Translation of "Huishouden" in English

0.003 sec.

Examples of using "Huishouden" in a sentence and their english translations:

Zij was bezig met het huishouden.

- She was busy with housework.
- She was busy with the housework.

Is het gedeelte van de tijd besteed aan huishouden

the amount of our lives that we forfeit to housework

Het huishouden heeft een overvloed aan melk, kaas en honing.

The household has an abundance of milk, cheese, and honey.

Ze doet niet alleen het huishouden maar geeft ook les op school.

Not only does she keep house, but she teaches at school.

Tom zou graag willen dat hij niet met het huishouden hoefde te helpen.

Tom wishes he didn't have to help with the housework.

Het moet enorm moeilijk voor haar zijn het huishouden alleen te runnen na de scheiding.

It must be terribly difficult, running her household on her own after divorcing.

- Het lijkt hier een augiasstal.
- Het lijkt hier wel een zwijnenstal.
- Het lijkt hier wel een huishouden van Jan Steen.

It looks like a pigsty in here.