Translation of "School" in Chinese

Uniformen verschillen van school tot school.

校服因学校而异。

- Hoe geraak jij op school?
- Hoe ga je naar school?

你怎么去学校？

- Bob is geliefd op school.
- Bob is populair op school.

鮑勃在學校很受歡迎。

- Soms is hij van school afwezig.
- Soms mist hij school.

他偶爾逃學。

- Ik vind school niet leuk.
- Ik hou niet van school.

我不喜欢学校。

Dat is onze school.

那是我们的学校。

Waar is je school?

你的學校在哪裏？

De school begint morgen.

明天就开学了。

Tot morgen op school.

明天在學校見。

Ik moet naar school.

我必須去上學.

Dat is mijn school.

那是我的学校。

Ik ga naar school.

- 我去學校。
- 我去学校。

Dit is mijn school.

这是我们的学校。

Waar is de school?

学校在哪儿？

- Ik ga lopend naar school.
- Ik ga te voet naar school.

我步行上學。

- Ik wil niet naar school.
- Ik wil niet naar school gaan.

我不想去学校。

- Tom hoeft vandaag niet naar school.
- Tom moet vandaag niet naar school.

湯姆今天不應該上學。

- Hij gaat dikwijls te voet naar school.
- Hij loopt vaak naar school.

他常常走路去學校。

- Ik was te laat op school.
- Ik kwam te laat op school.

我上学迟到了。

- Gisteren was u niet op school.
- Je was niet op school gisteren.

昨天你没有去学校。

- Hoe laat vertrekt ge naar school?
- Hoe laat ga je naar school?

你幾點鐘去學校？

- Wanneer zal je terugkomen naar school?
- Wanneer kom je terug naar school?

你何時會回學校?

School eindigt om 3:30.

学校3点半放学。

Je gaat morgen naar school.

你明天去學校。

Hoe laat is school uit?

什么时候放学？

Ik loop altijd naar school.

我總是走路到學校。

Was je toen op school?

那時你在學校嗎?

Er is geen school vandaag.

今天不用上学。

Hoe gaat het op school?

学校怎么样？

Tom is toch op school?

湯姆在學校裡，不是麼？

Waarom moet ik naar school?

为什么我应该去学校？

Wij leren Engels op school.

我們在學校學英文。

We hebben morgen geen school.

我們明天不用上學。

Ik wil niet naar school.

我不想去学校。

We hebben vandaag geen school.

我們今天不用上學。

Gaan jullie naar dezelfde school?

你们俩在同一所学校？

Wij moeten naar school gaan.

我们必须去学校了。

Wat leer je op school?

你在学校学些什么呀？

Hoeveel leerlingen heeft jouw school?

你们学校有多少学生？

Ik ging lopend naar school.

我走路到學校。

Normaal lopen we naar school.

我们通常步行去学校。

Wij houden van onze school.

我們愛我們的學校。

Ik wil naar school gaan.

我想去学校。

We gaan naar dezelfde school.

我們上同一所學校。

Bob is geliefd op school.

Bob在學校裡很受歡迎。

Ik ging gisteren naar school.

- 我昨天去学校。
- 我昨天去了学校。

- De kinderen zijn al naar school vertrokken.
- De kinderen zijn al naar school.

孩子们已经去上学了。

- Mijn huis is dicht bij de school.
- Mijn huis ligt dicht bij de school.

我的家离学校很近。

Hij houdt erg van zijn school.

他非常喜欢他的学校。

De school begint op tien april.

學校在四月十日開學。

De school begint om negen uur.

学校九点上课。

De school begint op acht april.

4月8日开学。

Die fiets is van onze school.

那辆自行车属于我们学校。

Je kwam gisteren niet naar school.

你昨天没来学校。

Welke vakken heb je op school?

你在學校裡讀哪些科目?

De school start de volgende maandag.

下周一开学。

Ik ben net terug uit school.

我刚从学校回来。

Tom gaat te voet naar school.

湯姆走路去上學。

De school was in 1650 opgericht.

这所学校建于1650年。

Speelt ge tennis na de school?

你放學後會去打網球嗎？

Veel studenten waren afwezig van school.

有好多學生都沒來學校。

Wat doen jullie vanmiddag op school?

你们今天下午在学校做些什么？

De school begint om half negen.

学校8点半开始上课。

Ze houdt erg van haar school.

她非常喜欢她的学校。

Hij veranderde van school vorig jaar.

- 去年他转校了。
- 去年他换了学校。

Ik was te laat op school.

我上学迟到了。

Hij komt vaak laat op school.

他经常上学迟到。

Ga je op zaterdag naar school?

你星期六去上學嗎？

Hij was gisteren niet op school.

他昨天没来上学。