Translation of "“ik" in English

Ik kwam, ik zag, ik overwon.

I came, I saw, I conquered.

- Ik denk, dus ik ben.
- Ik denk, dus ik besta.

- I think, therefore I am.
- I think therefore I am.

- Ik jaagde.
- Ik joeg.

I was hunting.

- Ik ren.
- Ik loop.

I run.

- Ik rijd.
- Ik rij.

- I'm driving.
- I'm driving a car.
- I drive.

- Ik spuugde.
- Ik spuwde.

I spit.

- Ik ook.
- Ik ook!

- Nor am I.
- Me too.

- Ik liep.
- Ik rende.

I ran.

- Mag ik?
- Kan ik?

May I?

- Ik brei.
- Ik breide.

I knit.

- Ik zwoer.
- Ik zweerde.

I swore.

- Ik zwaaide.
- Ik wuifde.

I waved.

Ik wilde dat ik was wat ik was toen ik wilde dat ik was wat ik ben.

I wish I were what I was when I wished I were what I am.

- Ik denk dat ik het snap.
- Ik denk dat ik het begrijp.
- Ik geloof dat ik het begrijp.

- I think I understand.
- I believe I understand.

- Ik was dwaas.
- Ik was idioot.
- Ik was mal.
- Ik was gek.
- Ik was zot.
- Ik was stom.

I was foolish.

- Ik geloof dat ik het heb verstaan.
- Ik denk dat ik het snap.
- Ik denk dat ik het door heb.
- Ik denk dat ik het begrijp.
- Ik geloof dat ik het begrijp.

- I think I understand.
- I think I understood.
- I think I've understood.
- I believe I understand.

- Ik twijfelde.
- Ik had mijn twijfels.
- Ik aarzelde.

I hesitated.

- Ik kom.
- Ik kom al.
- Ik kom eraan.

- I'm coming.
- I am coming.
- I came.
- Here I come.

- Ik geloof dat ik het heb verstaan.
- Ik denk dat ik het snap.
- Ik denk dat ik het begrijp.

- I think I understand.
- I believe I understand.

- Ik denk dat ik het snap.
- Ik denk dat ik het begrijp.

- I think I understand.
- I have the feeling that I understand.
- I think that I understand.

- Ik zag het.
- Ik zag dat.
- Ik zag.
- Ik heb het gezien.

- I saw that.
- I saw.

- Ik moet aanvaarden dat ik snurk.
- Ik moet toegeven dat ik snurk.

I must admit that I snore.

- Ik weet wat ik leuk vind.
- Ik weet waar ik van hou.

I know what I like.

- Ik ben doodmoe.
- Ik ben doodop.
- Ik ben uitgeput.
- Ik ben bekaf.

- I'm exhausted.
- I am dead tired.

Ik meen wat ik zeg.

I mean what I say.

- Ik begreep het.
- Ik begreep.

- I got it.
- I understood.

Ik ben wie ik ben.

I am who I am.

Zolang ik adem, hoop ik.

- While there is life, there is hope.
- As long as there is life, there is hope.
- As long as there's life, there's hope.

Ik denk, dus ik ben.

- I think, therefore I am.
- I think therefore I am.
- I think, therefore I exist.

- Ik vluchtte.
- Ik ben gevlucht.

I fled.

Ik weet wie ik ben.

I know who I am.

Ik weet wat ik wil.

I know what I want.

- Ik bekende.
- Ik heb bekend.

- I confessed.
- I've confessed.

- Ik wachtte.
- Ik heb gewacht.

I waited.

- Ik ben gebleven.
- Ik bleef.

I stayed.

- Ik ga dood.
- Ik sterf.

I'm dying.

Ik deed alsof ik sliep.

I pretended that I was sleeping.

Ik krijg wat ik wil.

I get what I want.

- Ik ga.
- Ik zal gaan.

- I'm going to go.
- I'm going.
- I am going.

"Ik reis graag." "Ik ook."

"I like traveling." "So do I."

- Ik speelde tennis.
- Ik tenniste.

- I played tennis.
- I was playing tennis.

- Ik speel tennis.
- Ik tennis.

I play tennis.

- Ik lachte.
- Ik heb gelachen.

I laughed.

- Ik kom.
- Ik kom eraan.

- I'm coming.
- I am coming.

Ik kom zodra ik kan.

I'll come as soon as possible.

Ik ga waar ik wil.

I go where I please.

Ik zeg wat ik denk.

I say what I think.

- Ik geef les.
- Ik onderwijs.

I teach.

Ik doe wat ik wil.

I'll do as I please.

- Ik maak bezwaar!
- Ik protesteer!

- Objection!
- I protest!

- Ik studeerde.
- Ik heb gestudeerd.

I studied.

- Ik heb gegeten.
- Ik at.

- I ate.
- I've eaten.

Ik zeg "Ik ben Tom".

I say "I'm Tom".

„Ik ben leraar.”„Ik ook.”

"I am a teacher." "So am I."

- Ik belde.
- Ik heb gebeld.

I phoned.

- Ik danste.
- Ik heb gedanst.

- I was dancing.
- I danced.

- Ik heb gevochten.
- Ik vocht.

I fought.