Translation of "Mijn" in Chinese

0.011 sec.

Examples of using "Mijn" in a sentence and their chinese translations:

Mijn vader repareerde mijn oude horloge.

我父親修理了我的舊手錶。

- Mijn oor jeukt.
- Mijn oor kriebelt.

我耳朵痒。

Mijn excuses!

- 对不起!
- 抱歉!

Mijn broers!

我的兄弟们!

Hij is mijn broer, niet mijn vader.

他是我哥哥,不是我爸爸。

Ik liet mijn broer mijn fiets repareren.

- 我讓我的哥哥修理我的腳踏車。
- 我让我哥修理我的自行车。

Mijn zus is ouder dan mijn broer.

我姐姐比我哥哥大。

- Zij is mijn zuster.
- Zij is mijn zus.
- Ze is mijn zus.

她是我的姊妹。

- Mijn zus is beroemd.
- Mijn zuster is beroemd.
- Mijn jongere zus is beroemd.
- Mijn zusje is beroemd.

我的妹妹有名。

- Hij is niet mijn broer. Hij is mijn kozijn.
- Hij is mijn broer niet. Hij is mijn neef.

他不是我的兄弟。他是我的表弟。

Mijn moeder zette dertien kaarsen op mijn verjaardagstaart.

母親在我的生日蛋糕上插上了十三枝蠟燭。

- Zij is mijn zuster.
- Zij is mijn zus.

她是我的姊妹。

- Mijn zus is beroemd.
- Mijn zuster is beroemd.

我的妹妹有名。

- Mijn moeder spreekt traag.
- Mijn moeder spreekt langzaam.

我妈妈讲话很慢。

- Dit is mijn vriend.
- Dat is mijn vriendin.

- 這是我的朋友。
- 這個是我的朋友。

De vijand van mijn vijand is mijn vriend.

敌人的敌人是朋友。

- U bent mijn held.
- Je bent mijn held.

你是我的英雄。

- Mijn vader is arts.
- Mijn vader is dokter.

我父亲是个大夫。

- Mijn computer hangt vast.
- Mijn computer is vastgelopen.

电脑死机了。

- Onderschat mijn macht niet.
- Onderschat mijn kracht niet.

- 不要小看我的力量。
- 不要低估我的力量。

- Ge zijt mijn vriend.
- Je bent mijn vriend.

你是我的朋友。

Mijn moeder heeft mijn haar te kort geknipt.

我妈妈把我的头发剪得太短了。

- Mijn naam is Wang.
- Mijn achternaam is Wang.

我姓王。

- Lezen is mijn stokpaardje.
- Mijn hobby is lezen.

我的爱好是阅读。

- Dit is mijn broer.
- Dat is mijn broer.

他是我兄弟。

- Mijn camera is waterdicht.
- Mijn fototoestel is waterdicht.

我的照相机是防水的。

- Hij is mijn buur.
- Hij is mijn buurman.

他是我邻居。

- Het is mijn werk.
- Het is mijn baan.

這是我份內的事。

- Dit is mijn vader.
- Hij is mijn vader.

他是我父親。

Mijn keel brandt.

我的喉嚨好像被火燒一樣。

Mijn hoofd explodeert.

我的頭要炸了。

Schud mijn hand.

和我握手。

Beantwoord mijn vragen.

回答我的問題。

Mijn bagage ontbreekt.

我的行李丢了。

- Sorry...
- Mijn excuses.

- 不好意思。。。
- 对不起......

Mijn maag knort.

我的肚子在咕咕叫。

Mijn ogen tranen.

我在流眼淚。

Mijn vader loopt.

我爸爸走路。

- Niet mijn camera aanraken.
- Kom niet aan mijn fototoestel.
- Raak mijn camera niet aan.

不要碰我的相機。

- Ik ben mijn sleutel verloren.
- Ik ben mijn sleutel kwijtgeraakt.
- Ik ben mijn sleutel kwijt.
- Ik heb mijn sleutel verloren.

我钥匙丢了。

- Mijn favoriete sport is voetbal.
- Voetbal is mijn lievelingssport.

- 踢球是我的最喜欢的运动。
- 足球是我最喜欢的运动。

- Ze profiteerde van mijn onwetendheid.
- Ze misbruikte mijn onwetendheid.

她利用了我的无知。

- Hij heeft mijn horloge gestolen.
- Hij stal mijn horloge.

他偷了我的表。

- Hij genas mijn ziekte.
- Hij heeft mijn ziekte genezen.

我的病给他治好了。

- Ik heb mijn verjaardagscadeau ontvangen.
- Ik ontving mijn verjaardagscadeau.

我收到了生日礼物。

Mijn moeder kocht een gele paraplu voor mijn broer.

妈妈给弟弟买了个黄雨伞。

Mijn ogen zijn een oceaan waarin mijn dromen weerspiegelen.

我的眼睛是一片反映我梦想的海洋。

- Dat is mijn lievelingsstoel.
- Dat is mijn favoriete stoel.

那是我最喜歡的椅子。

- Mijn mobiele telefoon was gestolen.
- Mijn mobieltje was gestolen.

我的手提電話給偷了。

- Gisteren was het mijn verjaardag.
- Gisteren was mijn verjaardag.

昨天是我的生日。

- Mijn tandvlees bloedt.
- Mijn tandvlees is aan het bloeden.

我的牙齦流血。

- Hij vroeg mijn moeder.
- Hij heeft mijn moeder gevraagd.

他问了我的妈妈。

- Mijn broer is professor.
- Mijn broer is een professor.

我哥哥是教授。

- Ik ben mijn horloge kwijt.
- Ik ben mijn horloge verloren.
- Ik heb mijn horloge verloren.

我丢了手表 。

- Ik ben mijn sleutel verloren.
- Ik ben mijn sleutel kwijt.
- Ik heb mijn sleutel verloren.

我钥匙丢了。

- Ge kunt mijn woordenboek gebruiken.
- Je kan mijn woordenboek gebruiken.
- U kunt mijn woordenboek gebruiken.

你可以用我的字典。

- Ik ben mijn sleutel kwijtgeraakt.
- Ik ben mijn sleutel kwijt.
- Ik heb mijn sleutel verloren.

- 我丢了我的钥匙。
- 我钥匙丢了。

- Ken je mijn broer Masao?
- Kent u mijn broer Masao?
- Kennen jullie mijn broer Masao?

你认识我哥哥Masao吗?

- Het was niet mijn schuld.
- Het was niet mijn fout.
- Het was mijn schuld niet.

那不是我的錯。

- Ik ben mijn regenscherm verloren.
- Ik ben mijn paraplu verloren.

我掉了我的雨伞。

- Ik ben mijn horloge kwijt.
- Ik heb mijn horloge verloren.

我把我的表丢了。

- Mijn fototoestel is een Nikon.
- Mijn fototoestel is van Nikon.

我的照相机是尼康的。

- Zij is mijn beste vriendin.
- Ze is mijn beste vriendin.

她是我最好的朋友。

- Het is mijn vriendje niet!
- Hij is niet mijn vriend.

他不是我的男朋友。

- Ze hebben mijn leven verpest.
- Ze hebben mijn leven geruïneerd.

他们毁了我的生活。

- Dat is mijn Japanse vriend.
- Dat is mijn Japanse vriendin.

这是我的日本朋友。

- Het is van mijn broer.
- Dat is van mijn broer.

那个是我哥哥的。

- Mijn grote broer kan rijden.
- Mijn oudere broer kan autorijden.

我哥哥会开车。

- Mijn luchtkussenboot zit vol paling.
- Mijn hovercraft zit vol palingen.

- 我的气垫船满是鳝鱼。
- 我的氣墊船裝滿了鱔魚

- Ze is mijn eerste liefde.
- Hij is mijn eerste liefde.

這是我的初戀。

- Mijn broer vindt horrorfilms leuk.
- Mijn broer houdt van griezelfilms.

我哥哥喜歡恐怖電影。

- Ik ben mijn sleutel kwijt.
- Ik heb mijn sleutel verloren.

我钥匙丢了。

- Ik heb mijn portemonnee verloren.
- Ik heb mijn portefeuille verloren.

我掉了我的钱包。

- Mijn ouders zijn allebei dood.
- Mijn beide ouders zijn dood.

我的双亲都已过世。

- Ik moet mijn mobieltje opladen.
- Ik moet mijn gsm opladen.

我需要給手機充電。

- Een van mijn valiezen ontbreekt.
- Een van mijn koffers ontbreekt.

我的其中一个行李不见了。