Translation of "Zus" in Chinese

0.015 sec.

Examples of using "Zus" in a sentence and their chinese translations:

En je zus?

- 你的妹妹呢?
- 你的姐姐呢?
- 那你姐姐呢?

- Zij is de zus van Tom.
- Zij is Toms zus.

- 她是Tom的姐妹。
- 她是Tom的姐姐。

Dit is mijn zus.

这是我的妹妹。

Mijn zus huilt vaak.

我妹妹经常哭。

Ann heeft geen zus.

安沒有妹妹。

- Mijn zus is studente geworden.
- Mijn zus werd studente op de universiteit.

我妹妹成為了一個大學生。

- Zij is mijn zuster.
- Zij is mijn zus.
- Ze is mijn zus.

她是我的姊妹。

- Mijn zus heeft een leuke piano.
- Mijn zus heeft een mooie piano.

我姐妹有一个漂亮的钢琴。

Mijn zus zingt heel mooi.

我妹妹唱歌很好听。

Mijn zus heeft een baan.

我的姐姐有工作。

Mijn zus is een verpleegster.

我的妹妹是护士。

Zij is mijn oudere zus.

她是我的姐姐。

- Mijn grote zus gaat naar de universiteit.
- Mijn oudere zus gaat naar de universiteit.

我妹妹上大學。

In welke klas zit je zus?

你的妹妹唸幾年級?

Ik gaf mijn zus een woordenboek.

我給了我妹妹一本字典。

Mijn zus gaat naar de universiteit.

我妹妹上大學。

Mijn oudere zus speelt goed gitaar.

我的姐姐很會彈吉他。

Mijn zus speelt met een pop.

我妹妹正在玩洋娃娃。

Mijn oudere zus kan goed typen.

我姐妹是一个很棒的打字员。

Mijn zus heeft een leuke piano.

我妹妹有架漂亮的钢琴。

Is jouw zus ouder dan jij?

那是你姐姐还是妹妹?

Dit woordenboek is van mijn zus.

這本字典是我妹妹的。

Mijn zus werkt als lerares Engels.

我姊姊是個英語教師。

Gisteren is mijn zus naar Kobe gegaan.

我妹妹昨天去神戶了。

Ik heb mijn zus een pop gegeven.

我给我姐姐一个洋娃娃。

Mijn zus is ouder dan mijn broer.

我姐姐比我哥哥大。

Dit is een foto van mijn zus.

這是我姊姊的照片。

Mijn zus werd studente op de universiteit.

我妹妹成為了一個大學生。

- Mijn zus is beroemd.
- Mijn zuster is beroemd.
- Mijn jongere zus is beroemd.
- Mijn zusje is beroemd.

我的妹妹有名。

- Zij is mijn zuster.
- Zij is mijn zus.

她是我的姊妹。

- Mijn zus is beroemd.
- Mijn zuster is beroemd.

我的妹妹有名。

- Ik ben uw zuster.
- Ik ben je zus.

我是你的妹妹。

Ik heb geen auto, maar mijn zus wel.

我没有车,但我姐妹有。

Mijn zus heeft twee keer per week pianoles.

我妹妹每周上两次钢琴课。

Mijn zus gaat elke ochtend onder de douche.

我姐姐每天都会洗澡。

Mijn zus heeft het met haar eigen ogen gezien.

我妹妹亲眼看到它了。

Het haar van mijn zus komt tot haar schouders.

我的姐妹有一头齐肩发。

Je staat niet zo vroeg op als je zus, toch?

你比你妹妹起得晚,不是么?

Ik hou van honden en mijn zus houdt van katten.

我喜欢狗,我妹妹喜欢猫。

Mijn zus is getrouwd met haar klasgenoot van de middelbare school.

我的姐姐嫁給了她的高中同學。

Ik vertrek volgende week naar Vancouver om mijn zus te zien.

下周我去温哥华看我妹妹。

Terwijl hij een pizza at, was hij zijn zus aan het plagen.

因为吃了披萨,他让他的妹妹不高兴了。

Jij was het niet die de cake hebt gegeten die ik heb gemaakt, het was je zus.

我做的蛋糕不是被你吃了,就是被你妹妹吃了。