Translation of "تصطاد" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "تصطاد" in a sentence and their dutch translations:

‫تصطاد الأسود ليلًا بشكل أساسي.‬

Leeuwen zijn voornamelijk nachtjagers.

‫ولم تعد تأكل أو تصطاد.‬

Ze at niet meer, jaagde niet meer.

‫ورأيتها تصطاد 3 أسماك بهذه الطريقة.‬ ‫لم أرها تصطاد سمكة قط في أثناء النهار.‬

En ik zag haar drie vissen vangen. Dat had ik overdag nooit gezien.

‫إنها تصطاد ما يكفي لإطعام كليهما.‬

Zij jaagt voor hen allebei.

‫في البداية، ظننت...‬ ‫أنها تصطاد السمك.‬

Eerst dacht ik dat ze op de vissen jaagde.

‫لكن هذه الوحوش الصغيرة‬ ‫كثيرًا ما تصطاد بعضها.‬

Maar deze miniatuurmonsters jagen vaak op elkaar.

‫تصطاد القروش البيضاء الكبيرة‬ ‫باستخدام عدد من الحواس.‬

Witte haaien jagen met gebruik van een reeks zintuigen.

‫مجسات لاسعة تصطاد المخلوقات المجهرية‬ ‫التي تسبح بجوارها.‬

Stekende tentakels vangen minuscule wezens die langszweven.