Examples of using "Servis" in a sentence and their dutch translations:
Wilt u nog een portie?
Het was een zelfbedieningscafetaria.
Ik ben arts op de spoedeisende hulp
Wanneer is het ontbijt?
Ik heb mijn auto bijgetankt bij het benzinestation op de hoek.
Heerlijke hapjes waren geserveerd.
Kunt u deze maaltijd zonder zout serveren?
Jij serveert.
die geserveerd werd in kopjes die mijn ouders ook hebben.
U kan ontbijten tussen zeven en negen uur.