Examples of using "Fikirde" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben het niet eens.
- Ik ga niet akkoord.
Ik kan het niet met je eens zijn.
- Het merendeel van de mensen gaat akkoord.
- De meeste mensen zijn het eens.
- De meeste mensen zijn het ermee eens.
Bent u het niet eens?
Ben je het met hem eens?
Ik ben het niet met hem eens.
Ik was het niet oneens.
Ik ben het niet eens.
- Ik ben niet akkoord.
- Ik ben het niet eens.
- Ik ga niet akkoord.
Ze zullen nooit akkoord gaan.
Is Tom het daar niet mee eens?
Ik ben het helemaal niet met u eens.
Ik denk dat ik het niet met je eens ben.
Tom is het er helemaal niet mee eens.
Ben je het niet met me eens?
De minister met wie ik onlangs heb gesproken, is het met mij eens.
Ik ga niet helemaal akkoord met jou.
Je bent het nooit eens met mij.
Wie was het er niet mee eens?
Tom ging niet akkoord.
Tom is het er duidelijk niet mee eens.
- Hiermee ben ik het met hen niet over eens.
- Hierover kan ik het met hem niet eens zijn.
- Veel mensen zouden het met u eens zijn.
- Veel mensen zouden het met jou eens zijn.
- Veel mensen zouden het met jullie eens zijn.
Ik weet zeker dat Tom het met me eens zal zijn.
- Ik denk er anders over.
- Ik heb een andere mening.
Haar vrienden zijn het daar niet mee eens, voor zover ik weet.
Het kan me niet schelen of hij akkoord gaat of niet.
dat ik die twee ideeën met elkaar kan combineren tot dit ene idee.
Bent u het eens met dr. Burns of met mevrouw Roland?
Tom was niet de enige die zei dat hij het niet eens was met Mary.
Eindelijk in 1180, besluiten Saladin en Baldwin tot een een tweejarige wapenstilstand.
Sommige mensen denken dat het moeilijk is voor mensen met Engels als moedertaal om Chinees te leren, maar daar ben ik het niet mee eens.