Examples of using "Dersler" in a sentence and their dutch translations:
De lessen zijn voorbij.
Hoe waren de lessen?
De lessen beginnen op maandag.
De lessen beginnen morgen.
De lessen beginnen volgende week dinsdag.
De lessen beginnen op maandag.
Wanneer beginnen lessen?
De lessen zijn vorige maand begonnen.
De lessen eindigen vandaag.
Over een week zullen de lessen weer beginnen.
De lessen beginnen elke dag om negen uur.
Ik heb gaandeweg een paar waardevolle lessen geleerd.
Mijn lievelingsvakken op de middelbare school waren geometrie en geschiedenis.